4.12 Controtroledoos voor de verhouding lucht/brandstof (REC37 ...)
Belangrijke aantekeningen
Volg onderstaande voorschriften om ongevallen,
schade aan voorwerpen en/of omgeving te voor-
komen!
OPGELET
De controledoos is een veiligheidssysteem! Maak
hem niet open, breng geen wijzigingen aan en for-
ceer de werking ervan niet. Riello S.p.A. is niet
aansprakelijk voor eventuele schade veroorzaakt
door niet-geautoriseerde werkzaamheden!
Risico op ontploffing!
Een foute configuratie kan overvoeding van
brandstof veroorzaken, met als gevolg risico op
ontploffing! De bedieners moeten weten dat een
foute instelling van de controledoos van de weer-
gave en de werking en van de posities van de ac-
tuatoren van de brandstof en/of lucht gevaarlijke
condities kan veroorzaken wanneer de brander
werkt.
De controledoos is een systeem dat branders controleert geba-
seerd op een microprocessor en bevat onderdelen voor de rege-
ling en de controle van branders met aangeblazen lucht van
middelgroot en groot vermogen.
In de controledoos zijn de volgende onderdelen geïntegreerd:
–
besturingssysteem van de brander compleet met dich-
tingscontrole;
–
elektronisch toestel voor de controle van de verhouding
brandstof / lucht met maximum 2 actuatoren;
–
Modbus interface.
Voor de veiligheid en de betrouwbaarheid van de
controledoos moeten ook de volgende aanwijzin-
gen gevolgd worden:
OPGELET
alle werkzaamheden (voor montage, installatie en hulp,
enz.) moeten door gekwalificeerd personeel uitgevoerd wor-
den.
Voordat de bedrading wordt gecontroleerd, moet de installa-
tie compleet geïsoleerd worden van de stroomtoevoer van
het net (omnipolaire scheiding). Controleer of de inrichting
niet onder spanning staat en niet onverwachts kan worden
gestart. Als u dat niet doet, bestaat de kans dat u door elek-
trische stroom getroffen wordt.
De bescherming tegen risico's op elektrische schokken op
de controledoos en op alle elektrische onderdelen die zijn
aangesloten, wordt verkregen door een correcte montage.
Controleer na elke werkzaamheid (voor montage, installatie
en hulp, enz.) of de bedrading in orde is en of de parameters
correct ingesteld zijn, en voer dan de veiligheidscontroles
uit.
Vallen en stoten hebben een negatieve invloed op de veilig-
heidsfuncties. In zulke gevallen moet de controledoos niet in
werking gezet worden, ook niet als hij niet zichtbaar bescha-
digd is.
Tijdens de programmering van de curves voor de controle
van de verhouding lucht-brandstof moet de technicus de
kwaliteit van het verbrandingsproces constant controleren
(bijv. met behulp van een gasanalysator) en, in geval van
ongepaste verbrandingswaarden of gevaarlijke condities,
geschikte acties ondernemen, door het systeem bijvoor-
beeld handmatig uit te schakelen.
De stekkers van de verbindingskabels of andere accessoi-
res kunnen losgekoppeld worden wanneer de installatie uit-
geschakeld is.
Technische beschrijving van de brander
13
De verbindingen van de actuatoren leveren geen veilige
scheiding van de netspanning. Voordat de actuatoren wor-
den verbonden of verwisseld, moet de installatie uitgescha-
keld zijn om condities te voorkomen die de vorming van
condens en vocht kunnen bevorderen. Controleer anders,
alvorens de brander opnieuw te ontsteken, of de controle-
doos helemaal perfect droog is!
Voorkom dat elektrostatische ladingen opgeslagen worden
die bij contact de elektronische bestanddelen van de contro-
ledoos kunnen beschadigen.
Voorkom dat elektrostatische ladingen opgeslagen worden
die bij contact de elektronische bestanddelen van de contro-
ledoos kunnen beschadigen.
NL
D8266
Afb. 6
20160900