Oven instellen
U heeft verschillende mogelijkheden om de oven in te stellen.
1. Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of de grillstand instellen.
3. De toets
Oven uitschakelen.
Functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Instellingen veranderen
U kunt de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand op elk moment met de daarvoor
bestemde keuzeknop veranderen.
Magnetron instellen
1. De functiekeuzeknop op
2. De toets voor het gewenste magnetronvermogen indrukken.
Het vermogen is verlicht en er wordt een voorgestelde tijdsduur weergegeven.
3. Met de toets + of - de tijdsduur instellen.
4. De toets
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De magnetronfunctie is beëindigd. De functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
U kunt het geluidssignaal voortijdig met de toets
Ovendeur tussentijds openen
De werking wordt onderbroken. Na het sluiten van de deur de toets
wordt voortgezet.
Tijdsduur veranderen
Dit is altijd mogelijk. Met de toets + of - de tijdsduur veranderen.
Magnetronvermogen veranderen
De toets voor het nieuwe magnetronvermogen indrukken. Met de toets + of - de tijdsduur instellen en
weer starten.
Werking afbreken
De toets
ca. 4 seconden lang ingedrukt houden en de functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Aanwijzingen
Wanneer u de functiekeuzeknop op
magnetronvermogen verlicht.
Wanneer u de deur van het apparaat tussentijds opent, kan de ventilator verder lopen.
indrukken. De oven begint op te warmen.
zetten.
indrukken. De werking start. U kunt het verloop van de tijdsduur aflezen.
wissen.
zet, wordt als voorstel altijd het hoogste
kort indrukken. De werking