4. Zorg dat de dosis van de klinische bolus het gewenste niveau heeft en
selecteer Toedienen.
OPMERKING: Als u een waarde opgeeft die zich buiten de zachte
limietwaarden bevindt, wordt een scherm weergegeven waarin u
wordt gevraagd te bevestigen dat u de zachte limietwaarden wilt
negeren.
5. Op het scherm wordt de vermindering van de hoeveelheid
weergegeven terwijl de bolus wordt toegediend. U kunt de bolus op
elk ogenblik stoppen door Stop bolus te selecteren.
WAARSCHUWING: Laat de pomp nooit onbeheerd achter
terwijl het bewerkingsscherm van de klinische bolus open
is. U moet op Bevestigen of op Toedienen drukken om de
geprogrammeerde waarde toe te dienen of op Annuleren om
het scherm te verlaten. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot
ernstig letsel bij of zelfs overlijden van de patiënt.
Nieuwe patiënt starten
Elke keer als een nieuwe patiënt wordt gestart, wordt dit geregistreerd in het eventlog. Alle andere
rapporten worden gewist.
De pomp moet gestopt zijn en de toetsenbordcode (of een code van een hoger niveau) moet
ingevoerd zijn of de cassette-/toetsenbordvergrendeling moet ontgrendeld zijn, indien toegestaan.
Een nieuwe patiënt starten:
1. Druk in het menu Taken op
patiënt wordt gemarkeerd en druk op
2. Ontgrendel het toetsenbord met de beveiligingscode of de
pompsleutel.
U
D
3. Druk op
of
S
op
.
U
D
4. Druk op
of
S
druk op
.
U
D
5. Druk op
of
concentratie te markeren en druk op
U
D
of
totdat Start nieuwe
S
om de gewenste therapie te markeren en druk
om de gewenste kwalificatie te markeren en
om de gewenste medicatie en de gewenste
S
.
Programmeren en gebruik
.
Druk hier om toe te
dienen
Druk hier om de bolus te
stoppen
29