Inhoudsopgave
Advertenties
14
18
I
10. Inbedrijfstelling
• Netzekering "Ein"
Vindt de aansluiting op het net via de bodem- of
plafondinstallatie plaats, moet in de stroomkring
een scheidingsvoorziening op alle polen
50
(schakelaar over alle polen of
leidingsbeveiligingsschakelaar (zekering) over
alle polen ) met >3mm contactpuntafstand
worden ingebouwd.
Stroomkringbeveiliging:
(beveiliging LS- schakelaar 16A karakteristiek C
en D) volgens EN 60898.
Geen extra verbruiker mag via de
zekering (in de 230V 1~ versie)
worden geleid, daar anders de max.
A
stroomopname overschreden wordt.
• Op de motorbescherming van de
bedieningskast moeten alle zwarte
startschakelaars (50) gedrukt zijn.
• De schakelaar (55) van de drukschakelaar op
stand "I Auto" zetten.
• Hoofdschakelaar (a) inschakelen, zie
afbeelding 14.
Compressor schakelt in en schakelt bij
ca. 7.5 bar uit.
• Condensaftapkraan (52) openen en
condens aftappen.
52
• Veiligheidsventiel controleren.
Schroef (54) van het veiligheidsventiel
opendraaien, tot het ventiel afblaast.
Veiligheidsventiel slechts kort laten afblazen
en schroef (54) weer dichtdraaien.
Het ventiel moet nu weer gesloten zijn.
Bij deze controle moet de druktank
onder druk staan (maximaal 7,5 bar).
Het veiligheidsventiel mag niet voor
de ontluchting van de druktank
worden ingezet, daar hij
daarbijbeschadigd kan worden.
Het veiligheidsventiel is van
54
fabriekswege ingesteld, getest en
gestempeld op 10 bar. Het mag niet
worden versteld.
55
Advertenties
Inhoudsopgave
