Algemene informatie
Waarschuwingslampjes
Storingslampje
motormanagementsysteem
Het storingslampje voor het
motormanagementsysteem
licht op wanneer het contact
wordt ingeschakeld (om aan
te geven dat het systeem werkt), maar
mag niet gaan branden wanneer de
motor draait.
Als de motor loopt en er een storing
is in het motormanagementsysteem,
brandt de MIL en begint het alge-
mene
waarschuwingssymbool
knipperen. In dat geval schakelt het
motormanagementsysteem over naar
de 'thuisbrengmodus', zodat de rit kan
worden voortgezet indien de storing
niet zo ernstig is dat de motor niet kan
draaien.
Waarschuwing
Verlaag de snelheid en rijd niet langer
door dan noodzakelijk wanneer het
storingslampje brandt. De storing kan
de motorprestaties, de uitstoot van
uitlaatgassen en het brandstofver-
bruik negatief beïnvloeden.
Verlaagde
motorprestaties
gevaarlijke rijomstandigheden veroor-
zaken, die kunnen leiden tot verlies
van controle en een ongeval.
Neem zo snel mogelijk contact op
met een erkende Triumph-dealer, om
de storing te laten inspecteren en
verhelpen.
36
Let op
Als het storingslampje knippert wanneer
het contact wordt ingeschakeld, neem
dan zo snel mogelijk contact op met een
erkende Triumphdealer om deze situatie
te verhelpen. Onder deze omstandig
heden zal de motor niet starten.
Waarschuwingslampje lage oliedruk
te
Schakel de motor direct uit indien
het waarschuwingslampje lage olie-
druk gaat branden. De motor niet
opnieuw starten voordat de storing is
verholpen.
Indien de motor draait terwijl het
waarschuwingslampje
brandt,
ontstaan.
Let op
Het waarschuwingslampje lage oliedruk
gaat branden als het contact wordt
ingeschakeld en de motor niet draait.
kunnen
Waarschuwingslampje hoge
koelvloeistoftemperatuur
hoge koelvloeistoftemperatuur branden.
Als bij draaiende motor de
oliedruk gevaarlijk daalt, gaat
het
waarschuwingslampje
lage oliedruk branden.
Voorzichtig
lage
kan
ernstige
motorschade
Als bij draaiende motor de
koelvloeistoftemperatuur
gevaarlijk
stijgt,
waarschuwingslampje
oliedruk
gaat
het
voor