2
Selecteer een optie:
• Vanaf een combinatiepagina of SmartMode lay-out
selecteert u Menu > Wijzig > Overlays.
• Vanuit een volledig scherm selecteert u Menu > Wijzig
overlays.
3
Selecteer Bovenstang of Onderste balk.
4
Selecteer Trollingmotorbalk.
Herhaal deze stappen om de bedieningselementen voor de
trollingmotor toe te voegen aan alle schermen van waaruit u de
trollingmotor wilt bedienen.
Bedieningsbalk trollingmotor
Met de bedieningsbalk van de trollingmotor kunt u een Force
trollingmotor bedienen en de status van de motor bekijken.
Selecteer een item om het te activeren. De knop licht op
wanneer deze wordt geselecteerd. Selecteer het item opnieuw
om het te deactiveren.
Accustatus trollingmotor.
Schakelt de schroef in en uit.
Verlaagt de snelheid.
Snelheidsindicator.
Verhoogt de snelheid.
Schakelt de cruise control in en houdt de huidige snelheid over
de grond (SOG) vast.
Schakelt de schroef op volle snelheid in.
Status trollingmotor.
Schakelt virtueel anker in, dat de trollingmotor gebruikt om uw
positie vast te houden.
Stuurt de trollingmotor.
Wanneer virtueel anker is ingeschakeld, drukt u hierop om de
virtueel-ankerpositie vooruit, achteruit, naar links of naar rechts te
bewegen.
Schakelt vaste voorliggende koers in (huidige koers instellen en
vasthouden).
Wanneer de trollingmotor in vaste voorliggende koers staat,
verschijnt er een stuurautomaatbalk in de trollingmotorbalk.
Opent de instellingen van de trollingmotor.
Trollingmotorinstellingen
Selecteer vanuit de trollingmotorbalk
Kalibreer: Kalibreert het kompas van de trollingmotor
kompas van de trollingmotor kalibreren, pagina
de boegcorrectie van de trollingmotor in
instellen, pagina
45).
Ankerversterking: Hiermee stelt u de reactie van de
trollingmotor in wanneer de modus virtueel anker is
ingeschakeld. Als het trollingmotor sneller moet reageren en
bewegen, verhoogt u de waarde. Als de motor te veel
beweegt, verlaagt u de waarde.
Versterking nav.: Hiermee stelt u de reactie van de
trollingmotor in tijdens het navigeren. Als het trollingmotor
sneller moet reageren en bewegen, verhoogt u de waarde.
Als de motor te veel beweegt, verlaagt u de waarde.
Vaste voorl. koersmodus: Hiermee stelt u de modus vaste
voorliggende koers in. De optie Vaartuig uitlijnen probeert de
boot in dezelfde richting te houden. De optie Ga naar
probeert in een rechte lijn in de gewenste richting te
navigeren.
Aankomstmodus: Hiermee stelt u het gedrag van de
elektrische motor in wanneer u het einde van een route
bereikt. Met de instelling Ankervergrendeling houdt de
elektrische motor de positie vast met de functie virtueel
Force
trollingmotor bedienen
™
.
(Het
45) en stelt
(De boegcorrectie
anker, wanneer de boot het einde van de route bereikt. Met
de instelling Handmatig wordt de schroef uitgeschakeld
wanneer de boot het einde van de route bereikt.
VOORZICHTIG
Als u de instelling Handmatig gebruikt voor de optie
Aankomstmodus, moet u klaar zijn om de besturing van de
boot over te nemen.
Auto inschakeling: Schakelt de trollingmotor in wanneer u het
systeem van stroom voorziet.
Propeller opb. zij: Hiermee stelt u in naar welke kant van de
trollingmotor de schroef wordt gedraaid wanneer de
trollingmotor wordt opgeborgen. Dit is handig wanneer u
andere voorwerpen in de buurt van de opgeborgen schroef
bewaart.
Snelk.knoppen: Hiermee activeert u de snelkoppelingsknoppen
op de afstandsbediening van de trollingmotor voor deze
specifieke kaartplotter. De knoppen werken met slechts één
kaartplotter tegelijk.
Standaardinstellingen: Hiermee herstelt u de instellingen van
de trollingmotor naar de fabrieksinstellingen.
Een snelkoppeling toewijzen aan de snelkoppelings-
knoppen van de afstandsbediening van de
trollingmotor
U kunt snel veelgebruikte schermen openen door een
snelkoppelingsknop toe te wijzen op de afstandsbediening van
de trollingmotor. U kunt een snelkoppeling maken naar
bijvoorbeeld de sonarschermen en kaarten.
OPMERKING: Als er meer dan één kaartplotter op het netwerk
is aangesloten, kunt u sneltoetsen toewijzen aan één
kaartplotter.
1
Open een scherm.
2
Houd een snelkoppelingsknop ingedrukt.
TIP: De snelkoppeling wordt ook opgeslagen in de categorie
Favorieten met het nummer van de snelkoppelingsknop.
Het kompas van de trollingmotor kalibreren
U moet het kompas in de trollingmotor kalibreren voordat u
gebruik kunt maken van de stuurautomaatfuncties.
1
Vaar met de boot naar een open stuk kalm water.
2
Selecteer vanaf de trollingmotorbalk
Kompaskalibr..
3
Volg de instructies op het scherm.
De boegcorrectie instellen
Het kan zijn dat de trollingmotor niet is uitgelijnd met de
middenlijn van uw boot, dit is afhankelijk van de installatiehoek.
Voor de beste resultaten stelt u dan de boegcorrectie in.
1
Pas de hoek van de trollingmotor
met de middenlijn van uw boot
> Kalibreer >
zodat deze is uitgelijnd
.
45