Wees altijd in staat om snel de handmatige besturing van uw
boot over te nemen.
Oefen de bediening van de stuurautomaat op kalm en open
water dat vrij is van gevaren.
Wees voorzichtig met het bedienen van de stuurautomaat in de
buurt van gevaren op het water, zoals dokken, palen en andere
boten.
De stuurautomaat past voortdurend de besturing van uw boot
aan om een constante koers (vaste voorliggende koers) aan te
houden. Het systeem maakt tevens handmatige besturing en
verschillende modi voor automatische stuurfuncties en patronen
mogelijk.
Als de kaartplotter verbonden is met een compatibel Garmin
stuurautomaatsysteem kunt u de stuurautomaat vanaf de
kaartplotter aanzetten en aansturen.
Voor meer informatie over Garmin stuurautomaatsystemen gaat
u naar garmin.com.
Configuratie en gebruik van de
stuurautomaat
U kunt de stuurautomaatfunctie alleen gebruiken op een station
dat nabij een roer en gashendel is geïnstalleerd.
Uw stuurautomaat en kaartplotter moeten door een Volvo Penta
dealer worden geïnstalleerd en geconfigureerd.
Het stuurautomaatscherm openen
Voordat u het stuurautomaatscherm kunt openen, moet u een
compatibele Garmin stuurautomaat installeren en configureren.
Selecteer A/V, meters, bed. > Autopiloot.
Het stuurautomaatscherm
Werkelijke koers
Gewenste koers (koers waarop de stuurautomaat aan het varen is)
Werkelijke koers (in de stand-bymodus)
Gewenste koers (wanneer ingeschakeld)
Roerpositieaanduiding (deze functionaliteit is alleen beschikbaar
indien er een roersensor is aangesloten).
De grootte van de koerswijzigingstappen aanpassen
1
Selecteer vanuit het stuurautomaatscherm Menu >
Stuurautomaat instellen > Koerswijzig.stap.
2
Selecteer een optie.
De spaarstand instellen
Het is mogelijk om het niveau van roeractiviteit aan te passen.
1
Selecteer vanuit het stuurautomaatscherm Menu >
Stuurautomaat instellen > Powermodus-instellingen >
Spaarstand.
2
Selecteer een percentage.
Door een hoger percentage te selecteren, nemen de
roeractiviteit en koersprestaties af. Hoe hoger het
percentage, hoe verder er van koers wordt afgeweken
voordat de stuurautomaat dit corrigeert.
42
LET OP
TIP: Als u in onrustig zeewater bij lage snelheden het
percentage voor de Spaarstand verhoogt, neemt de
roeractiviteit af.
Shadow Drive inschakelen
Selecteer in het stuurautomaatscherm Menu >
Stuurautomaat instellen > Shadow drive > Aan.
De koersbron van uw voorkeur selecteren
Voor de beste resultaten gebruikt u het interne kompas voor de
CCU van de stuurautomaat voor de koersbron. Gebruik van een
GPS-kompas van derden kan resulteren in onberekenbare
gegevens en buitensporige vertragingen. De stuurautomaat
heeft tijdige informatie nodig en kan daarom meestal niet
gebruikmaken van een GPS-kompas van derden voor GPS-
locatiegegevens of snelheidsgegevens. Als een GPS-kompas
van derden wordt gebruikt, zal de stuurautomaat waarschijnlijk
regelmatig verlies van navigatiegegevens en snelheidsgegevens
melden.
Als u meer dan één koersbron in uw netwerk hebt, kunt u een
voorkeursbron selecteren. De bron kan een compatibel GPS-
kompas of een magnetische-koerssensor zijn.
1
Selecteer in het stuurautomaatscherm Menu >
Stuurautomaat instellen > Voorkeursbronnen
2
Selecteer een bron.
Als de geselecteerde koersbron niet beschikbaar is, geeft het
stuurautomaatscherm geen gegevens weer.
Overlaybalk voor de stuurautomaat
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar op alle
stuurautomaatmodellen.
Stuurautomaatmodus
Schakelt de vaste voorliggende koers in
Stuurt naar links
Werkelijke koers
Roerpositieaanduiding (alleen beschikbaar als een roersensor is
aangesloten)
Gewenste koers (koers waarop de stuurautomaat aan het varen is)
Stuurt naar rechts
Schakelt het stuurpatroon in
Hiermee opent u het volledige scherm en menu van de stuurauto-
maat
De stuurautomaat inschakelen
Wanneer u de stuurautomaat inschakelt, neemt de
stuurautomaat de roerbediening over en houdt de voorliggende
koers van uw boot aan.
Selecteer vanuit een willekeurig scherm Inschakelen.
Uw gewenste koers wordt in het midden van het
stuurautomaatscherm weergegeven.
De koers aanpassen met het roer
OPMERKING: U moet de functie Shadow Drive inschakelen
voordat u de koers kunt aanpassen met het roer
inschakelen, pagina
42).
Bestuur de boot handmatig met de stuurautomaat
ingeschakeld.
LET OP
(Shadow Drive
Stuurautomaat