Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Radarinstellingenmenu; Radarweergave-Instellingen; Instellingen Voor Installatie Van De Radar; Boegcorrectie - Volvo Penta GLASS COCKPIT Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GLASS COCKPIT:
Inhoudsopgave

Advertenties

Regenruis: Reduceert regenruis
radarscherm aanpassen, pagina
VRM/EBL: Toont de VRM (variabele afstandsring) en de EBL
(elektronische peillijn), zodat u de afstand en peiling van uw
schip tot een doelobject kunt meten
pagina
39).
Bewakingszone: Stelt een veilige zone in rond uw boot en geeft
een alarmsignaal als een object de zone binnenkomt
bewakingszone inschakelen, pagina
Gepland uitzenden: Bespaart energie door alleen op bepaalde
tijden radarsignalen uit te zenden.

Radarinstellingenmenu

Selecteer in een radarscherm Menu > Radar instellen.
Bron: Selecteert de radarbron als op het netwerk meerdere
radars zijn aangesloten.
Kaartweergave: Geeft de kaart weer onder het radarbeeld.
Indien ingeschakeld, wordt het Lagen menu weergegeven.
Oriëntatie: Hiermee wijzigt u het perspectief van de
radarweergave.
Rdrst.onderdr.: Vermindert de ruis als gevolg van interferentie
afkomstig van een andere radarbron in de buurt.
Draaisnelheid: Stelt de voorkeursdraaisnelheid van de radar in.
De optie Hoge snelheid kan worden gebruikt om de
vernieuwingsfrequentie te verhogen. In sommige situaties
draait de radar automatisch op de normale snelheid om
detectie te verbeteren, bijvoorbeeld als een groter bereik is
gekozen of wanneer MotionScope of Dubbel bereik wordt
gebruikt.
Presentatie: Hiermee stelt u het kleurenschema, de geplande
snelheid en de navigatieweergave in.
Installatie: Hier kunt u de radar configureren voor installatie,
bijvoorbeeld door de voorkant van de boot en de
parkeerstand van de anetenne in te stellen.

Radarweergave-instellingen

Selecteer op een radarscherm Menu > Radar instellen >
Presentatie.
OPMERKING: Deze instellingen zijn niet van toepassing op de
radaroverlay.
Achtergrondklr.: Hiermee stelt u het kleurenschema voor de
achtergrond in.
Voorgrond Kleur: Hiermee stelt u het kleurenschema voor de
radarresultaten in.
Helderheid: Hiermee stelt u de helderheid in van verschillende
radarfuncties, zoals afstandcirkels en volgsymbolen.
Geplande snelheid: Als uw snelheid toeneemt, wordt uw
huidige positie automatisch naar de onderkant van het
scherm verplaatst. Voer uw topsnelheid in voor het beste
resultaat.
Koerslijn: Hiermee wordt op het radarscherm een lijn vanaf de
boot weergegeven die de koersrichting aangeeft.
Afstandcirkels: Aan de hand van de afstandcirkels worden
afstanden op het radarscherm zichtbaar gemaakt.
Peilingcirkel: Toont een peiling ten opzichte van uw
voorliggende koers of gebaseerd op een noordreferentie, die
u helpt bij het bepalen van de peiling naar een object dat
zichtbaar is op het radarscherm.
Navigatielijnen: Hiermee geeft u de navigatielijnen weer die de
koers aangeven die u hebt ingesteld met Route naar, Auto
Guidance of Ga naar.
Waypoints: Hiermee geeft u op het radarscherm waypoints
weer.

Stuurautomaat

(Regenruis op het
40).
(VRM en EBL,
(Een
38).

Instellingen voor installatie van de radar

Voorkant boot: Compenseert de fysieke locatie van de radar
als deze niet op de as van de boot ligt
pagina
41).
Antenneconfiguratie: Hier kunt u het formaat van de
radarantenne opgeven en instellen in welke positie de radar
stopt
(Een aangepaste parkeerstand instellen, pagina
Radarvrije zone: Stelt de zone in waarin de radar geen
signalen uitzendt
(Een radarvrije zone inschakelen en
aanpassen, pagina
37).

Boegcorrectie

De boegcorrectie compenseert de fysieke locatie van de
radarscanner op het schip als de radarscanner niet op één lijn
ligt met de boegas.
De mogelijke boegcorrectie meten
De boegcorrectie compenseert de fysieke locatie van de
radarscanner op het schip als de radarscanner niet op één lijn
ligt met de boegas.
1
Maak met behulp van een magnetisch kompas een optische
peiling van een stilliggend object dat zich binnen het
zichtbare bereik bevindt.
2
Meet de peiling van het object op de radar.
3
Als de afwijking van de peiling meer dan +/- 1° bedraagt, stelt
u de boegcorrectie in.
De boegcorrectie instellen
Om de boegcorrectie te kunnen instellen, moet u eerst de
potentiële boegcorrectie meten.
De instelling van de boegcorrectie die voor één radarmodus
wordt opgegeven, geldt voor alle andere radarmodi en voor de
radaroverlay.
1
Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay Menu >
Radar instellen > Installatie > Voorkant boot.
2
Selecteer Omhoog of Achter om de correctie in te stellen.

Een aangepaste parkeerstand instellen

Standaard wordt de radarantenne loodrecht op het voetstuk
gestopt wanneer de radar niet draait. U kunt deze positie
wijzigen.
1
Selecteer in het radarscherm Menu > Radar instellen >
Installatie > Antenneconfiguratie > Parkeerstand.
2
Gebruik de schuifregelaar om de parkeerstand van de
antenne aan te passen en selecteer Terug.

Een andere radarbron selecteren

1
Selecteer een optie:
• Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay Menu >
Radar instellen > Bron.
• Selecteer Instellingen > Communicatie >
Voorkeursbronnen > Radar.
2
Selecteer de radarbron.

Radarmodus wijzigen

1
Selecteer in een combinatiescherm of SmartMode lay-out
met radar Menu > Wijzig radar.
2
Selecteer een radarmodus.
Stuurautomaat
WAARSCHUWING
U bent verantwoordelijk voor de veilige en voorzichtige besturing
van uw vaartuig. De stuurautomaat is een hulpmiddel waarmee
u de boot beter kunt besturen. Dit ontheft u echter niet van uw
verantwoordelijkheid om de boot veilig te besturen. Voorkom
gevaarlijke navigatie en zorg ervoor dat het roer nooit
onbemand is.
(Boegcorrectie,
41).
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave