1
Selecteer in een LiveVü of FrontVü sonarweergave Menu >
Zendhoek.
2
Selecteer een optie.
Het FrontVü dieptealarm instellen
WAARSCHUWING
Het FrontVü dieptealarm is alleen een hulpmiddel voor
situationeel bewustzijn en voorkomt misschien niet onder alle
omstandigheden dat u aan de grond loopt. Het is de verplichting
van de schipper om het schip veilig te bedienen.
Dit alarm is alleen beschikbaar met Panoptix FrontVü
transducers.
U kunt een alarm laten afgaan als de diepte afneemt tot onder
een ingestelde waarde. Voor de beste resultaten stelt u de
boegcorrectie in bij het gebruik van het aanvaringsalarm
boegcorrectie instellen, pagina
1
Selecteer in de FrontVü echoloodweergave Menu > FrontVü
alarm.
2
Selecteer Aan.
3
Voer de diepte in waarbij het alarm moet afgaan en selecteer
OK.
Een dieptelijn op het FrontVü scherm laat de diepte zien waarop
het alarm is ingesteld. De lijn is groen als u op een veilige diepte
vaart. De lijn wordt geel als u sneller voorwaarts gaat dan het
voorwaartse echoloodbereik u tijd geeft om te reageren (10
seconden). De lijn wordt rood en klinkt een alarm als het
systeem een obstructie detecteert of als de diepte minder is dan
de ingevoerde waarde.
Wanneer u sneller vaart dan 8 knopen, wordt het FrontVü
echolood minder effectief om het aan de grond lopen
voorkomen.
LiveVü en FrontVü Weergave-instellingen
Van een LiveVü ofFrontVü Panoptix selecteer in een
echoloodweergave Menu > Echoloodinstelling > Presentatie.
Kleurenschema: Hiermee stelt u het kleurenpalet in.
Kleurversterking: Past de intensiteit van de kleuren op het
scherm aan.
U kunt hogere kleurversterkingswaarden selecteren om
doelen hoger in de waterkolom te zien. Een hogere
kleurversterkingswaarde zorgt er ook voor dat u
echoreflecties met lage intensiteit hoger in de waterkolom
kunt onderscheiden, maar dit gaat ten kosten van het
onderscheid tussen bodemreflecties. U kunt een lagere
kleurversterkingswaarde selecteren voor doelen die zich
dichter bij de bodem bevinden, zodat u kunt onderscheiden
tussen doelen en signalen met hoge intensiteit zoals zand,
rotsen en modder.
Sporen: Hiermee stelt u in hoe lang de sporen op het scherm
worden weergegeven. De sporen tonen de beweging van het
doel.
Bodem vullen: Kleurt de bodem bruin om deze te
onderscheiden van water.
Grid overlay: Geeft een raster van bereiklijnen weer.
Scrollgeschied.: Geeft historische echoloodbeelden weer in
een traditionele echoloodweergave.
RealVü Weergave-instellingen
Selecteer in eenRealVü echoloodweergave Menu >
Echoloodinstelling > Presentatie.
Puntkleuren: Hiermee kunt u een ander kleurenschema
instellen voor de echoloodweerkaatsingspunten.
Bodemkleuren: Hiermee stelt u het kleurenschema voor de
bodem in.
Viszoeker met echolood
36).
VOORZICHTIG
Bodemstijl: Hiermee kunt u de stijl voor de bodem instellen. In
diep water selecteert u de Punten optie om handmatig het
bereik naar een ondiepere waarde te zetten.
Kleurlegenda: Kleurlegenda met bijbehorende diepten.
Instellingen voor weergave Perspectief
Selecteer in de sonarweergave PerspectiefMenu >
Echoloodinstelling > Presentatie.
Kleurenschema: Hiermee stelt u het kleurenpalet in.
Kleurversterking: Past de intensiteit van de kleuren op het
scherm aan.
U kunt hogere kleurversterkingswaarden selecteren om
doelen hoger in de waterkolom te zien. Een hogere
kleurversterkingswaarde zorgt er ook voor dat u
echoreflecties met lage intensiteit hoger in de waterkolom
(De
kunt onderscheiden, maar dit gaat ten kosten van het
onderscheid tussen bodemreflecties. U kunt een lagere
kleurversterkingswaarde selecteren voor doelen die zich
dichter bij de bodem bevinden, zodat u kunt onderscheiden
tussen doelen en signalen met hoge intensiteit zoals zand,
rotsen en modder.
Sporen: Hiermee stelt u in hoe lang de sporen op het scherm
worden weergegeven. De sporen tonen de beweging van het
doel.
Grid overlay: Hiermee toont of verbergt u een raster van
bereiklijnen. De optie Grid geeft een vierkant raster weer. De
optie Radiaal geeft een rond raster met radiale hoeklijnen
weer.
Bootpictogram: Toont het pictogram van de boot in de
rechterbovenhoek.
Panoptix Instellingen voor installatie van transducer
Selecteer in een Panoptix sonarweergave Menu >
Echoloodinstelling > Installatie.
Installatiediepte: Hiermee stelt u in hoe diep onder de waterlijn
de Panoptix transducer is gemonteerd. Door de exacte diepte
van de montageplaats van de transducer in te voeren wordt
de visuele weergave van wat zich in het water bevindt
verbeterd.
Boegcorrectie: Stel de afstand in van de boeg tot de
installatielocatie van de Forward ViewPanoptix transducer .
Zo kunt u de voorwaartse afstand tot de boeg zien in plaats
van tot de locatie van de transducer.
Dit geldt voor Panoptix transducers in de sonarweergaven
FrontVü, LiveVü Forward, en RealVü 3D Forward.
Straalbreedte: Hiermee stelt u de breedte van de omlaag
gerichte Panoptix transducerstraal in. Met een smalle
straalbreedte kunt u dieper en verder kijken. Met bredere
straalbreedten kunt u meer dekkingsgebieden zien.
Dit geldt voor Panoptix transducers in de sonarweergaven
FrontVü, LiveVü Down, en LiveVü Forward.
Gebruik AHRS: De interne sensoren van het Attitude Heading
& Reference System (AHRS) detecteren automatisch de
installatiehoek van de Panoptix transducer. Als deze
instelling is uitgeschakeld, kunt u de specifieke
installatiehoek voor de transducer opgeven via de instelling
Pitch-hoek. Veel naar voren gerichte transducers worden
geïnstalleerd onder een hoek van 45 graden en omlaag
gerichte transducers worden geïnstalleerd onder een hoek
van nul graden.
Gespiegeld: Hiermee stelt u de oriëntatie van de Panoptix
sonarweergave in als de Down View transducer is
geïnstalleerd met de kabels richting de bakboordzijde van de
boot.
Dit geldt voor Panoptix transducers in de sonarweergaven
LiveVü Down, RealVü 3D Down, en RealVü 3D Historical.
35