Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Boegcorrectie Instellen; Het Kompas Kalibreren; Radar; Interpretatie Van De Radar - Volvo Penta GLASS COCKPIT Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GLASS COCKPIT:
Inhoudsopgave

Advertenties

Kalibreer kompas: Kalibreert het interne kompas in de
Panoptix transducer
(Het kompas kalibreren, pagina
Dit geldt voor Panoptix transducers met een intern kompas
zoals de PS21-TR transducer.
Oriëntatie: Hiermee zet u de transducer in de de Down- of
Forward-installatiemodus. De instelling Auto gebruikt de
AHRS-sensor om de oriëntatie te bepalen.
Dit geldt voor PS22 en LiveScope transducers.
Focus: Hiermee past u de sonarweergave aan om te
compenseren voor de snelheid van geluid in water. De
instelling Auto gebruikt de temperatuur van het water om de
snelheid van het geluid te berekenen.
Dit geldt voor LiveScope transducers.
Herstel sonarstandaarden: Hiermee herstelt u alle
fabrieksinstellingen van de sonar.

De boegcorrectie instellen

Voor Forward View Panoptix transducers, kunt u een
boegcorrectie toepassen om de voorwaartse afstand te
compenseren voor de installatielocatie van de transducer.
Hierdoor kunt u naar voren kijken vanaf de boeg in plaats van
vanaf de installatielocatie van de transducer.
Deze functie is van toepassing op Panoptix transducers in de
sonarweergaven FrontVü, LiveVü Forward, en RealVü 3D
Forward.
1
Meet de horizontale afstand
boeg.
2
Selecteer vanuit een geschikte sonarweergave Menu >
Echoloodinstelling > Installatie > Boegcorrectie.
3
Voer de gemeten afstand in en selecteer OK.
Op de geschikte sonarweergave verandert het voorwaartse
bereik met de afstand die u hebt ingevoerd.

Het kompas kalibreren

Voordat u het kompas kunt kalibreren, moet de transducer op
voldoende afstand van de trollingmotor op de as zijn geplaatst
om magnetische interferentie te voorkomen, en in het water zijn
geplaatst. De kalibratie moet voldoende nauwkeurig zijn om het
interne kompas te kunnen gebruiken.
OPMERKING: U moet de transducer op de spiegel op de
trollingmotor monteren om het kompas te gebruiken. Het
kompas werkt niet wanneer u de transducer op de motor
monteert.
OPMERKING: Gebruik voor de beste resultaten een
koerssensor zoals de SteadyCast
koerssensor geeft de richting waarnaar de transducer ten
opzichte van de boot is gericht aan.
OPMERKING: Kompaskalibratie is alleen beschikbaar voor
transducers met een intern kompas, zoals de PS21-TR
transducer.
U kunt uw boot alvast draaien voordat u begint te kalibreren,
maar tijdens het kalibreren moet uw boot 1,5 keer volledig
roteren.
1
Selecteer Menu > Echoloodinstelling > Installatie in een
geschikte sonarweergave.
2
Selecteer indien nodig Gebruik AHRS om de AHRS-sensor
in te schakelen.
3
Selecteer Kalibreer kompas.
36
36).
van de transducer tot de
koerssensor. De
4
Volg de instructies op het scherm.
WAARSCHUWING
De scheepsradar zendt microgolfenergie uit, die een gevaar kan
vormen voor mens en dier. Controleer, vóór de radar wordt
ingeschakeld, of de directe omgeving vrij is. De radarbundel
bestrijkt een gebied van ca. 12° boven en onder de horizontale
lijn vanuit het midden van de radar.
Kijk als de radar aan het zenden is niet direct van dichtbij naar
de antenne; de ogen zijn van alle lichaamsdelen het meest
gevoelig voor elektromagnetische energie.
Wanneer u uw compatibele kaartplotter aansluit op een
optionele maritieme radar van Garmin, zoals een GMR
Fantom
6 of een GMR 24 xHD radar, kunt u meer informatie
over uw omgeving weergeven.
De radar zendt tijdens het ronddraaien in een patroon van 360°
een smalle bundel microgolfenergie uit. Wanneer die
energiebundel op een object stuit, kaatst een deel van de
energie terug naar de radar.

Interpretatie van de radar

Het lezen en interpreteren van het radarscherm vergt oefening.
Hoe vaker u de radar gebruikt, hoe meer u kunt vertrouwen op
het radarscherm wanneer u het echt nodig hebt.
De radar kan in veel situaties van pas komen, bijvoorbeeld om
een aanvaring te vermijden bij beperkt zicht in de mist of in het
donker, u kunt het weer volgen, zien wat er voor u ligt of vogels
en vissen opsporen.
De radaroverlayfunctie kan u helpen het radarscherm beter te
interpreteren, omdat deze functie de radarbeelden over de kaart
legt. Hierdoor kunt u het verschil zien tussen de radarbeelden
van een stuk land, een brug of een regenwolk. Door AIS-
schepen op de radaroverlay te tonen kunt u ook kenmerken op
het radarscherm herkennen.
Op het screenshot hieronder is de radaroverlay ingeschakeld.
Dit screenshot laat ook een videobeeld zien. We kunnen
makkelijk een aantal dingen herkennen op het radarbeeld.
Land
Schip

Radaroverlay

Wanneer u uw kaartplotter aansluit op een optionele maritieme
radar van Garmin, kunt u radargegevens projecteren op de
navigatiekaart of de viskaart.
De gegevens worden op de radaroverlay weergegeven op basis
van de laatst gebruikte radarmodus. Alle instellingen die op de
radaroverlay zijn toegepast, gelden ook voor de laatst gebruikte
radarmodus.

Radaroverlay en uitlijning van kaartgegevens

Wanneer u de radaroverlay gebruikt, lijnt de kaartplotter de
radargegevens op basis van de voorliggende koers van het
schip uit op de kaartgegevens. De koers wordt standaard
bepaald door middel van de gegevens van een magnetische

Radar

Radar

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave