Inbedrijfstelling
vergeleken met de ingevoerde gegevens van het
typeplaatje.
•
Tijdens het uitvoeren van de AMA draait de
motoras niet en wordt geen schade toegebracht
aan de motor.
•
Bij sommige motoren kan geen volledige versie
van de test worden uitgevoerd. In dat geval
selecteert u [2] Beperkte AMA insch.
•
Wanneer een uitgangsfilter op de motor is
aangesloten, selecteert u [2] Beperkte AMA insch.
•
5
5
Raadpleeg hoofdstuk 7.4 Lijst met waarschuwingen
en alarmen als er waarschuwingen of alarmen
worden gegenereerd.
•
Voor het beste resultaat moet de procedure
worden uitgevoerd met een koude motor.
Om een AMA uit te voeren
1.
Druk op [Main Menu] om toegang te krijgen tot
de parameters.
2.
Ga naar parametergroep 1-** Belasting & motor en
druk op [OK].
3.
Ga naar parametergroep 1-2* Motordata en druk
op [OK].
4.
Ga naar 1-29 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA)
en druk op [OK].
5.
Selecteer [1] Volledige AMA insch. en druk op [OK].
6.
Volg de instructies op het scherm.
7.
De test wordt automatisch uitgevoerd en bij
voltooiing wordt een melding gegeven.
8.
De geavanceerde motorgegevens zijn in te stellen
in parametergroep 1-3* Geav. Motordata.
5.5 De draairichting van de motor
controleren
Controleer de draairichting van de motor voordat u de
frequentieomvormer opstart.
1. Druk op [Hand On].
2. Druk op [►] voor een positieve snelheidsrefe-
rentie.
3. Controleer of de snelheid positief wordt
weergegeven.
Wanneer 1-06 Richting rechtsom is ingesteld op [0] Normaal
(standaard rechtsom):
4a. Controleer of de motor rechtsom draait.
5a. Controleer of de richtingspijl op het LCP
rechtsom aangeeft.
Wanneer 1-06 Richting rechtsom is ingesteld op [1]
Geïnverteerd (linksom):
4b. Controleer of de motor linksom draait.
32
Bedieningshandleiding
Danfoss A/S © Rev. 07/2014 Alle rechten voorbehouden.
5b. Controleer of de richtingspijl op het LCP
linksom aangeeft.
5.6 De draairichting van de encoder
controleren
LET OP
Bij gebruik van een encoderoptie moet u de handleiding
voor de optie raadplegen.
Controleer de draairichting van de encoder alleen als een
encoderterugkoppeling wordt gebruikt. Controleer de
draairichting van de encoder in een standaardregeling
zonder terugkoppeling.
1.
Controleer of de encoderaansluiting overeenkomt
met Afbeelding 5.5:
Afbeelding 5.5 Bedradingsschema
2.
Voer in 7-00 Terugk.bron snelheids-PID de
terugkoppelingsbron voor de snelheids-PID in.
3.
Druk op [Hand On].
4.
Druk op [►] voor een positieve snelheidsreferentie
(1-06 Richting rechtsom ingesteld op [0] Normaal).
5.
Controleer in 16-57 Feedback [RPM] of de
terugkoppeling positief is.
LET OP
Als de terugkoppeling negatief is, dan is de encoderaan-
sluiting incorrect!
5.7 Test lokale bediening
1.
Druk op [Hand On] om de frequentieomvormer te
voorzien van een lokaal startcommando.
2.
Laat de frequentieomvormer accelereren door via
▲
[
] naar vol toerental te gaan. Door de cursor
links van het decimaalteken te plaatsen, kunt u
wijzigingen sneller invoeren.
3.
Let op eventuele acceleratieproblemen.
MG33AP10