Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Autom. Aanpassing Motorgeg. (Ama) - Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfstelling
De motorgegevens programmeren
Na het uitvoeren van de stappen voor eerste program-
mering, zijn de SynRM-motorgerelateerde parameters in
parametergroep 1-2* Motordata, 1-3* Geav. Motordata en
1-4* Geav. Motordata II beschikbaar. Gebruik de gegevens
op het motortypeplaatje en het motordatablad om de
volgende parameters te programmeren in de aangegeven
volgorde:
1.
1-23 Motorfrequentie
2.
1-24 Motorstroom
3.
1-25 Nom. motorsnelheid
4.
1-26 Cont. nom. motorkoppel
Voer een volledige AMA uit via 1-29 Autom. aanpassing
motorgeg. (AMA) [1] Volledige AMA insch. of stel de
volgende parameters handmatig in:
1.
1-30 Statorweerstand (Rs)
2.
1-37 Inductantie d-as (Ld)
3.
1-44 d-axis Inductance Sat. (LdSat)
4.
1-45 q-axis Inductance Sat. (LqSat)
5.
1-48 Inductance Sat. Point
Toepassingsspecifieke aanpassingen
Start de motor op het nominale toerental. Controleer de
VVC
+
SynRM-instellingen als de toepassing niet goed
werkt. Tabel 5.8 bevat toepassingsspecifieke aanbevelingen:
MG33AP10
Bedieningshandleiding
Toepassing
Toepassingen met lage
massatraagheid
I
/I
Load
Motor
Toepassingen met lage
massatraagheid
50 > I
Load
Toepassingen met hoge
massatraagheid
I
/I
Load
Motor
Hoge belasting bij laag
toerental
< 30% (nominaal
toerental)
Dynamische toepassingen
Tabel 5.8 Aanbevelingen voor diverse toepassingen
Verhoog 1-14 Damping Gain wanneer de motor bij een
bepaald toerental gaat oscilleren. Verhoog de waarde van
de dempingsversterking in kleine stappen. De optimale
waarde voor deze parameter kan 10% of 100% hoger
liggen dan de standaardwaarde; dit hangt af van de motor.

5.4.6 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA)

AMA is een procedure die de compatibiliteit tussen de
frequentieomvormer en de motor optimaliseert.
Danfoss A/S © Rev. 07/2014 Alle rechten voorbehouden.
Instellingen
Verhoog 1-17 Filtertijdconstante
spanning met een factor 5 tot 10.
< 5
Verlaag 1-14 Verst. demping.
Verlaag 1-66 Min. stroom bij lage
snelh. (< 100%).
Handhaaf de standaardwaarden.
/I
> 5
Motor
Verhoog 1-14 Verst. demping,
1-15 Low Speed Filter Time Const. en
> 50
1-16 High Speed Filter Time Const..
Verhoog 1-17 Filtertijdconstante
spanning.
Verhoog 1-66 Min. stroom bij lage
snelh. om het startkoppel aan te
passen. Een stroom van 100% geeft
het nominale koppel als startkoppel.
Deze parameter werkt onafhankelijk
van 30-20 High Starting Torque Time
[s] en 30-21 High Starting Torque
Current [%]. Werken bij een stroom-
niveau hoger dan 100% gedurende
langere tijd kan leiden tot overver-
hitting van de motor.
Verhoog 14-41 Min. magnetisering
AEO bij zeer dynamische toepas-
singen. Het aanpassen van
14-41 Min. magnetisering AEO
garandeert een goede balans tussen
energierendement en dynamiek.
Wijzig 14-42 Min. AEO-frequentie om
de minimumfrequentie te
specificeren waarbij de frequentie-
omvormer minimale magnetisering
moet gebruiken.
De frequentieomvormer stelt een wiskundig
model van de motor op voor het regelen van de
uitgangsstroom van de motor. De procedure test
tevens de ingangsfasebalans van het elektrisch
vermogen. Hierbij worden de motorgegevens
5
5
31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave