Setup Asynchrone Motor - Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Bedieningshandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
- Programmeerhandleiding (282 pagina's) ,
- Handleiding (203 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (98 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfstelling
1.
Druk op [Main Menu] op het LCP.
2.
Gebruik de navigatietoetsen om naar parame-
tergroep 0-** Bediening/display te gaan en druk
op [OK].
5
5
Afbeelding 5.2 Main Menu
3.
Gebruik de navigatietoetsen om naar parame-
tergroep 0-0* Basisinstellingen te gaan en druk op
[OK].
Afbeelding 5.3 Bediening/display
4.
Gebruik de navigatietoetsen om naar
0-03 Regionale instellingen te gaan en druk op
[OK].
Afbeelding 5.4 Basisinstellingen
5.
Gebruik de navigatietoetsen om [0] Internationaal
of [1] Noord-Amerika te selecteren en druk op
[OK]. (Hierdoor worden de standaardinstellingen
van een aantal basisparameters gewijzigd.)
6.
Druk op [Main Menu] op het LCP.
7.
Gebruik de navigatietoetsen om naar 0-01 Taal te
gaan.
8.
Selecteer de gewenste taal en druk op [OK].
9.
Als er tussen de stuurklemmen 12 en 27 een
jumperkabel is aangebracht, moet u 5-12 Klem 27
28
Bedieningshandleiding
1107 tpm
3,84 A
Hoofdmenu
0-** Bediening/display
1-** Belasting & motor
2-** Remmen
3-** Ref./Ramp.
0.0%
0.00A
Operation / Display
0-0
*
Basic Settings
0-1
Set-up Operations
*
0-2
*
LCP Display
0-3
LCP Custom Readout
*
0.0%
0.00A
Basic Settings
0-03 Regional Settings
[0] International
Danfoss A/S © Rev. 07/2014 Alle rechten voorbehouden.
digitale ingang op de fabrieksinstelling laten
staan. Stel 5-12 Klem 27 digitale ingang in op Niet
in bedrijf als dit niet het geval is.
10.
Stel de volgende parameters in op de toepas-
singsspecifieke waarden:
1 (1)
10a
10b
10c
10d
10e
5.4.3 Setup asynchrone motor
Voer de volgende motorgegevens in. Deze informatie is te
vinden op het motortypeplaatje.
1(1)
1.
1-20 Motorverm. [kW] of 1-21 Motorverm. [PK]
0-
**
2.
1-22 Motorspanning
3.
1-23 Motorfrequentie
4.
1-24 Motorstroom
5.
1-25 Nom. motorsnelheid
Bij gebruik van de fluxmodus of, voor optimale prestaties,
+
in de VVC
-modus, zijn extra motorgegevens nodig om de
volgende parameters in te stellen. De gegevens zijn te
vinden op het motordatablad (deze gegevens zijn
gewoonlijk niet beschikbaar op het motortypeplaatje). Voer
een volledige AMA uit via 1-29 Autom. aanpassing
motorgeg. (AMA) [1] Volledige AMA insch. of stel de
parameters handmatig in. 1-36 Ijzerverliesweerstand (Rfe)
1(1)
0-0
wordt altijd handmatig ingevoerd.
*
1.
1-30 Statorweerstand (Rs)
2.
1-31 Rotorweerstand (Rr)
3.
1-33 Statorlek-reactantie (X1)
4.
1-34 Rotorlekreactantie (X2)
5.
1-35 Hoofdreactantie (Xh)
6.
1-36 Ijzerverliesweerstand (Rfe)
Toepassingsspecifieke aanpassing bij gebruik van de VVC
+
-modus
+
VVC
is de meest robuuste regelmodus. Deze biedt in de
meeste situaties optimale prestaties zonder verdere
aanpassingen. Voer een volledige AMA uit voor de beste
prestaties.
Toepassingsspecifieke aanpassing bij gebruik van de
fluxmodus
De fluxmodus is de regelmodus bij uitstek voor optimale
asprestaties in dynamische toepassingen. Voer een AMA
uit, aangezien deze regelmodus nauwkeurige motorge-
3-02 Minimumreferentie
3-03 Max. referentie
3-41 Ramp 1 aanlooptijd
3-42 Ramp 1 uitlooptijd
3-13 Referentieplaats. Gekoppeld Hand/
Auto, Lokaal, Extern.
MG33AP10
Advertenties
Inhoudsopgave
