Elektrische installatie
Klem
Parameter
61
4
4
68 (+)
69 (-)
01, 02, 03
04, 05, 06
Tabel 4.3 Beschrijving klemmen Seriële communicatie
Extra klem:
•
2 C-form relaisuitgangen. De locatie van de
uitgangen hangt af van de configuratie van de
frequentieomvormer.
•
Klemmen op de ingebouwde optionele
apparatuur. Zie de handleiding die bij de appara-
tuuroptie wordt geleverd.
4.8.2 Bedrading naar stuurklemmen
Stuurklemconnectoren kunnen uit de frequentieomvormer
worden getrokken. Dit maakt het installeren eenvoudig,
zoals te zien is in Afbeelding 4.9.
LET OP
Houd stuurkabels zo kort mogelijk en gescheiden van
hoogvermogenkabels om interferentie te minimaliseren.
1.
Open het contact door een kleine schroeven-
draaier in de sleuf boven het contact te steken en
de schroevendraaier iets omhoog te drukken.
20
Beschrijving klemmen
Standaard-
instelling
Beschrijving
Seriële communicatie
-
Geïntegreerd RC-filter
voor kabelaf-
scherming.
UITSLUITEND voor het
aansluiten van de
afscherming in geval
van EMC-problemen.
8-3*
RS-485-interface. Er is
een stuurkaartscha-
8-3*
kelaar aanwezig voor
gebruik als afsluit-
weerstand.
Relais
[0] Niet in
C-form relaisuitgang.
5-40 [0]
bedrijf
Voor AC- en DC-
spanning en resistieve
5-40 [1]
[0] Niet in
of inductieve
bedrijf
belastingen.
Danfoss A/S © Rev. 07/2014 Alle rechten voorbehouden.
Bedieningshandleiding
Afbeelding 4.9 Stuurkabels aansluiten
2.
3.
4.
Zie hoofdstuk 8.5 Kabelspecificaties voor de draaddiktes
voor stuurklemmen en hoofdstuk 6 Voorbeelden toepas-
singssetup voor typische stuurbedradingsaansluitingen.
4.8.3 Motorwerking mogelijk maken (klem
27)
Er kan een jumperkabel vereist zijn tussen klem 12 (of 13)
en klem 27 om de frequentieomvormer te laten werken op
basis van de in de fabriek ingestelde programmeer-
waarden.
•
•
•
•
LET OP
De frequentieomvormer kan niet werken zonder een
signaal op klem 27, tenzij klem 27 opnieuw is
geprogrammeerd.
Steek de gestripte stuurkabel in het contact.
Verwijder de schroevendraaier om de stuurkabel
vast te zetten in het contact.
Verzeker u ervan dat de kabel stevig in het
contact is geklemd. Loszittende stuurkabels
kunnen storingen in de apparatuur of een niet-
optimale werking tot gevolg hebben.
Digitale ingangsklem 27 is ontworpen om een
extern vergrendelingssignaal van 24 V DC te
ontvangen.
Wanneer geen vergrendelingsapparaat wordt
gebruikt, moet u een jumper aansluiten tussen
stuurklem 12 (aanbevolen) of 13 en klem 27. Dit
zorgt voor een intern 24 V-signaal op klem 27.
Wanneer de statusregel onder aan het LCP de
tekst AUTO EXTERN VRIJLOOP weergeeft, betekent
dit dat de eenheid bedrijfsklaar is, maar dat er
een ingangssignaal op klem 27 ontbreekt.
Wanneer in de fabriek geïnstalleerde optionele
apparatuur via bedrading is aangesloten op klem
27, mag u deze bedrading niet verwijderen.
MG33AP10