Radar op fabrieksinstellingen terugzetten
Wordt gebruikt om de bedieningsinstellingen van de radar (niet de installatie-instellingen) terug te
zetten naar de fabrieksinstellingen.
Foutcodes
Als er een foutcode wordt weergegeven, schakelt u de radar uit en weer in. Als de foutcode
opnieuw verschijnt, raadpleegt u deze lijst voor richtlijnen.
Foutcode
Beschrijving
0x00000001
Opgeslagen
radarinstellingen zijn
beschadigd
0x0001000C
Scanner niet gedetecteerd
0x0001000D
Zender oververhit
(software)
0x0001000E
Zender oververhit
(hardware)
0x0001000F
Fout bij signaalverwerking
0x00010017
Scannerstoring
Voeding
0x00010010
Voeding oververhit
0x00010011
Spanningsfout in voeding
0x00010012
Overspanning
0x00010013
Hardwarestoring in voeding Neem contact op met de serviceafdeling
0x00010014
Communicatiefout in voeding Neem contact op met de serviceafdeling
0x00010019
Lage accuspanning
(toevoerspanning is laag)
0x00010016
Storing in LED-verlichting
0x00010018
Storing in
radarinterfacebehuizing
Mechanisch
0x00010001
Sensorfout met nulkoers
0x00010002
Sensorfout met koers
0x00010015
Fout met mechnische
overdracht
0x00010003
Storing in motoraandrijving Neem contact op met de serviceafdeling
0x0001001A
Motor of antenne staat stil
Aanbeveling
De instellingen van de radar worden teruggezet op
de fabriekswaarden. Voer de instellingen opnieuw
in, inclusief de installatie-instellingen.
Controleer de aansluitingen van de
verbindingskabel van de pedestal. Schakel de radar
uit en weer in. Controleer de ingangsspanning.
Probeer over te schakelen naar een korter bereik
van <6 zeemijl. Schakel over naar STBY. Laat de unit
afkoelen.
Schakel over naar STBY. Schakel de voeding
naar de radar uit en neem contact op met de
serviceafdeling.
Het apparaat moet stand-by staan. Selecteer
Zenden. Als het probleem zich blijft voordoen,
schakelt u de radar uit en weer in.
Neem contact op met de serviceafdeling
Schakel over naar STBY. Laat de eenheid afkoelen en
probeer het opnieuw.
Controleer de verbindingskabel van de pedestal op
corrosie of beschadiging.
Neem contact op met de serviceafdeling
Laad de accu op en controleer de
voedingsspanning. Start de radar opnieuw.
Schakel de accentverlichting uit en probeer het opnieuw.
Controleer het LED-statuslampje. Controleer de
verbindingskabel naar de pedestal op beschadigingen.
Neem contact op met de serviceafdeling
Neem contact op met de serviceafdeling
Neem contact op met de serviceafdeling
Schakel de radar uit. Controleer op obstructies van
de antenne, zoals ijs.
PAGINA | 40