Inhoudsopgave
Advertenties
RI-50 LED-indicatielampjes
LED-lampjes op de voorzijde van de RI-50 geven de bedrijfsstatus aan.
LED
Kleur
Voeding
Groen
brandend
Uit
Fout
Uit
Blauw
Paars
Rood
Rood
knipperend
Indicatie
De voeding is
ingeschakeld en
de AUX-ingang
voor externe
voedingsregeling is
actief
Geen
voedingsspanning of de
ingang van de externe
voedingsregeling is niet
actief
De foutindicator geeft
actuele condities weer
met constante kleuren
en historische condities
met knipperpatronen.
Schakel de RI-50
weer in om een fout/
waarschuwingsindicatie
te wissen.
Normaal
Onderspanning of
Overspanning
Overstroom, inclusief
kortsluiting
Te hoge temperatuur
Nadat de RI-50
terugkeert naar een
stabiele toestand, RUN
of OFF, geeft de fout-
LED de laatste toestand
aan.
.-.-
Waarschuwing
.-.
Waarschuwing
..-.
Waarschuwing
PAGINA | 36
Waarschijnlijke oorzaak
Normale werking
Controleer de stand van de schakelaar voor
de externe voedingsregeling.
Zorg ervoor dat de 12-24V schakelaar
in de juiste stand staat voor de
voedingsspanning
Fouten worden gedefinieerd als
omstandigheden die schade aan de
apparatuur kunnen veroorzaken.
Waarschuwingen geven omstandigheden
aan die ertoe kunnen leiden dat de RI-
50 de bedrijfsstatus van de radar wijzigt,
bijvoorbeeld door deze in stand-by te
zetten.
De historische indicatie helpt bij het
identificeren van de oorzaak van
intermitterende problemen.
Lage voedingsspanning naar de RI-50
Ingangsstroom > 20 A of uitgangsstroom
> 8 A
Interne temperatuur > 90 °C (194 °F).
Voorzichtig: De behuizing van de koelplaat
kan te heet zijn om aan te raken.
Knipperpatronen geven het type fout of
waarschuwing aan dat is gedetecteerd.
De patronen worden elke 5 seconden
herhaald. Er wordt slechts één patroon
tegelijk weergegeven. Patronen bestaan
uit 1 tot 4 knippersignalen waarbij elke
knippering kort (.) of lang (-) is.
Waarschuwingen beginnen met een kort
signaal; fouten beginnen met een lang
signaal. Er zijn geen patronen met alleen
lange signalen.
Ingangsspanning is instabiel. Controleer de
bedrading en de conditie van de accu of de
voedingsbron.
De AUX: Remote ingangsspanning was
OFF, < 2,5 V. Controleer de Remote Bypass-
schakelaar of de externe aansluiting, indien
gebruikt.
Lege accu of zeer lage ingangsspanning,
< 5 V (12 V) of < 9 V (24 V). Controleer de
ingangsspanning.
Advertenties
Inhoudsopgave
