Beknopte installatiegids
00825-0111-4725, Rev BA
Juli 2003
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) (89/336/EEG)
Alle modellen EN 50081-1: 1992, EN 50082-2: 1995,
EN 61326-1: 1997
Geïnstalleerde signaalbedrading mag niet gelijk oplopen met en niet
door dezelfde kabelgoot lopen als AC-voedingsbedrading.
Het instrument moet goed worden geaard op massa of aarde volgens
de plaatselijke elektriciteitsvoorschriften.
Voor een betere bescherming tegen signaalinterferentie raden wij het
gebruik van afgeschermde kabel aan. Zie "Doorvoerbuiskabels" op
bladzijde 21 voor meer informatie.
Laagspanningsrichtlijn (93/68/EEG)
Alle modellen 8732
EN 61010-1: 1995
Andere belangrijke richtlijnen
Gebruik uitsluitend nieuwe, oorspronkelijke onderdelen.
Om te zorgen dat er geen procesmedium ontsnapt, nooit proces-flens-
bouten, adapter-bouten of ontluchtingsschroeven losdraaien of verwij-
deren tijdens bedrijf.
Onderhoud mag uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegd
personeel.
Certificaties explosiegevaarlijke locaties
De meetbuis en transmitter in een integraal gemonteerd integraal
gemonteerde magnetisch flowmetersysteem moeten equivalente,
overeenkomstige certificaties voor explosiegevaarlijke locaties heb-
ben. Voor op afstand gemonteerde systemen zijn geen overeenko-
mende optiecodes voor certificatie explosiegevaarlijke locaties vereist.
Rosemount
8732/8700 serie