Beknopte installatiegids
00825-0111-4725, Rev BA
Juli 2003
S
7: B
TAP
Als de magnetische flowmeter is geïnstalleerd en de voeding is aange-
legd moeten de basisinstellingen van de transmitter worden geconfigu-
reerd. Deze parameters kunnen worden geconfigureerd met behulp van
een plaatselijke gebruiksinterface (LOI), een 275 HART-communicator
of een AMS-systeem. Een tabel met alle parameters vindt u op
bladzijde 27. Beschrijvingen van geavanceerdere functies zijn opgeno-
men in de uitvoerige producthandleiding.
Basisinstellingen
Tag
Tag is de snelste en doeltreffendste manier om transmitters te identifi-
ceren en van elkaar te onderscheiden. Transmitters kunnen worden
getagd volgens de vereisten van uw toepassing. De tag mag tot acht
tekens lang zijn.
Eenheden van flowsnelheid
Bij de variabele eenheden van flow-snelheid stelt u in hoe de
flow-snelheid gaat worden weergegeven. Kies de meeteenheden die
passen bij uw specifieke meetbehoeften.
URV (maximum meetwaarde)
De maximum meetwaarde (URV) oftewel de meetbreedte van de ana-
loge uitgang wordt in de fabriek ingesteld op 30 ft/s. De weergegeven
meeteenheden zullen overeenkomen met de meeteenheden ingesteld
onder de parameter eenheden.
LRV (minimum meetwaarde)
Reset de minimum meetwaarde (LRV), oftewel het nulpunt van de
analoge uitgang, om het formaat van het bereik (of de meetbreedte)
tussen URV en LRV te wijzigen. Onder normale omstandigheden moet
de LRV worden ingesteld op een waarde in de buurt van de minimaal
verwachte flow om de nauwkeurigheid van de aflezingen te optimali-
seren. De LRV moet tussen de –30 ft/s en 30 ft/s liggen.
-
ASIS
CONFIGURATIE
Rosemount
8732/8700 serie