• Gebruik voor het schoonmaken van het apparaat of de vloer onder het apparaat geen
chloorhoudende producten (natriumhypochloriet, chloorwaterstofzuur of zoutzuur, enz.),
ook niet in verdunde vorm.
• Gebruik geen metalen voorwerpen om het staal schoon te maken (borstels of
schuursponsjes van het type Scotch Brite).
• Voorkom dat olie of vet in contact komen met de kunststof delen. Voorkom dat vuil, vet,
voedsel of andere zaken korsten vormen op of in het apparaat.
• Sproei geen water en gebruik geen waterstralen of stoomreiniger.
• Benzine en andere ontvlambare dampen, vloeistoffen of voorwerpen mogen niet
worden opgeslagen in de buurt van deze of andere apparaten.
• Sproei geen aerosolen in de buurt van dit apparaat als het in bedrijf is.
• Installeer het apparaat onder omstandigheden met voldoende installatie om een
passende luchtverversing per uur te verschaffen. Zorg ervoor dat het ventilatiesysteem,
welk systeem het dan ook is, altijd in werking blijft en efficiënt is gedurende de totale tijd
dat de apparatuur in bedrijf is.
A.4
Technische gegevens
Gebruikte materialen en vloeistoffen
• R600a gas is een type gas dat ontvlambaar en explosief kan zijn! Het is absoluut
noodzakelijk alle voorzorgsmaatregelen te nemen om elk gevaar te voorkomen dat
samenhangt met de aard van dit gas tijdens willekeurig welke gewone en/of
buitengewone handeling die verricht wordt op het apparaat zelf.
Prestaties
Geluidsdrukniveau gelijk aan Leq
1
dB(A)
1. De geluidsemissiewaarden zijn verkregen in overeenstemming met EN ISO 11204. De waarde kan hoger
zijn afhankelijk van de werkplek waar deze gemeten wordt.
Klimaatklasse
De klimaatklasse vermeld op het typeplaatje heeft betrekking op de volgende waarden:
• KLIMAATKLASSE: 5
– 43℃ (IEC/EN 60335-2-89)
– 40℃ ruimte met 40% relatieve luchtvochtigheid (EN 16825).
A.5
Transport, verplaatsing en opslag
• Het transport (oftewel de verplaatsing van de machine van de ene plaats naar de
andere) en de verplaatsing (oftewel het overbrengen binnen werkplekken) moet
plaatsvinden met gebruik van geschikte transportmiddelen.
• Tijdens de fases van het laden of lossen is het verboden zich onder geheven lasten te
bevinden. Het is onbevoegden verboden om de werkzone te betreden.
• Alleen het gewicht van de machine zelf is onvoldoende om stabiliteit te verzekeren.
• Bij het opheffen van de machine is het verboden deze te bevestigen aan bewegende of
kwetsbare delen zoals: carter, elektrische bedrading, pneumatische onderdelen, enz.
• Tijdens het verplaatsen mag het apparaat niet geduwd of gesleept worden om
omkiepen te voorkomen. Gebruik geschikte hulpmiddelen om het apparaat op te tillen.
• Zorg voor een passende omgeving, met een vlakke ondergrond, voor het lossen en
opslaan van de machine.
• Voor de medewerkers die belast zijn met het transport, de verplaatsing en de opslag van
de machine zijn een geschikte opleiding en training voor het veilige gebruik van
<70
9