Functie oproepen:
✓ De functie rookgas is geopend.
>
[Opties]
Opties
[Opties]
>
opgeslagen.
>
[Opties]
gegevens worden verwijderd.
>
[Opties]
opgeslagen.
[Opties]
>
weergegeven.
>
[Opties]
beschikbaar) systeemtype instellen om het ideale bereik
(groen) van de rookgasmatrix aan de hand van de per
systeemtype vooraf geconfigureerde grenswaarden te
configureren.
>
[Opties]
waarden worden verwijderd.
>
[Opties]
beschikbaar) grenswaarden ingeven om het ideale bereik
(groen) van de rookgasmatrix te configureren.
>
[Opties]
langs de x-as van de weergavematrix gelegd moet worden (O2
of CO2).
>
[Opties]
een meting niet beschikbaar) menu Meetwaardeweergave
openen.
3.
6.2.3.
Trekmeting
Functie oproepen:
✓ Er moet een rookgassonde zijn aangesloten.
1.
[
Meting uitvoeren:
→ Rookgasmatrix.
→ Klembord: Gegevens worden op het klembord
→
Klembord
→ Opslaan: De meetwaarden worden in een protocol
Waarden numeriek
→
→
Systeem
→
Grafiek
resetten: De weergegeven grafische
→ Grenswaarden: (functie is tijdens een meting niet
→
CO + O2
→
Meetwaarde volgorde
]
→
Metingen
→
Tijdens de nullingsfase moet de rookgassonde zich buiten
het rookgaskanaal bevinden.
Niet langer dan 5 min meten omdat door een drift van de
druksensor de meetwaarden eventueel buiten de
tolerantiegrenzen kunnen liggen.
legen: Op het klembord opgeslagen
tonen: Gegevens in cijfers
type: (functie is tijdens een meting niet
of
CO +
CO2: Kiezen welke grootheid
instellen: (functie is tijdens
[OK]
→
Trek
→ [OK].
6 Product gebruiken
49