6 Product gebruiken
6.2.2.
Rookgas
Functie oproepen:
[
1.
2. Brandstof kiezen → [OK].
Meting uitvoeren:
1. Meting starten:
-
De meetwaarden worden weergegeven.
2. Meting beëindigen:
Opties
>
[Opties]
opgeslagen.
>
[Opties]
gegevens worden verwijderd.
[Opties]
>
opgeslagen.
>
[Opties]
rookgasmatrix weergegeven, zie onder.
[Opties]
>
per displaypagina wijzigen.
>
[Opties]
genuld.
>
[Opties]
een meting niet beschikbaar): het menu Meetwaardeweergave
wordt geopend.
Rookgasmatrix tonen
De functie is alleen beschikbaar wanneer in de
meetwaardeweergave de grootheid
48
Om bruikbare meetresultaten te verkrijgen moet de
meetduur van een rookgasmeting ca. 3 min bedragen en
het meetinstrument stabiele meetwaarden weergeven.
]
Metingen
→
→
[
].
Als nog geen afzonderlijke meting van CO onverdund werd
uitgevoerd, dan wordt deze waarde met behulp van de
meetwaarden van de rookgassonde berekend en continu
geactualiseerd.
Als reeds een aparte meting van CO onverdund en/of een
trekmeting werd uitgevoerd, wordt de daar gemeten waarde
vast overgenomen.
[
→ Klembord: Gegevens worden op het klembord
→
Klembord
→ Opslaan: De meetwaarden worden in een protocol
→ Rookgasmatrix: De meetwaarden worden als
Aantal
regels: Aantal weergegeven meetwaarden
→
→
Nulling
gassensoren: de gassensoren worden
→
Meetwaarde volgorde
[OK]
Rookgas
→
].
legen: Op het klembord opgeslagen
instellen: (functie is tijdens
CO
geactiveerd is.
→ [OK].