Functie oproepen:
>
[
Brandstoffen inschakelen:
> Brandstof kiezen → [OK].
-
De brandstof wordt geactiveerd en het hoofdmenu wordt
geopend.
Coëfficiënten instellen:
1. Brandstof kiezen → [Coëff.].
2. Coëfficiënten kiezen: [Wijzigen].
Eventueel:
> Wachtwoord invoeren:
[Verder]
3. Waarden instellen → [OK].
4. Wijzigingen opslaan:
Grenswaarden instellen:
1. Grenswaarde kiezen → [Wijzigen].
2. Waarden instellen → [OK].
3. Wijzigingen opslaan: [Gereed].
6.2.
Metingen uitvoeren
6.2.1.
Meting voorbereiden
6.2.1.1.
Dichtheid controleren
Vóór elke meting moet het complete meetsysteem (sonde,
condensaatval, slangen en aansluitingen) op dichtheid
gecontroleerd worden om verkeerde metingen door het trekken van
valse lucht te vermijden. De controle gebeurt bij lopende pomp en
is mogelijk door er een samengedrukte ballonpomp op te steken.
Het meetsysteem is dicht, als de ballonpomp niet wordt gevuld met
lucht.
]
→
Brandstoffen
→ [OK].
De inhoud van het hoofdstuk Eerste stappen (zie Eerste
stappen, pagina 28) wordt als bekend verondersteld.
→ [OK].
[Invoeren]
→ Wachtwoord invoeren →
[Gereed]
6 Product gebruiken
45