Onderhoud – Bedrijfsstoffen
8.2.2.2
Brandstofstabilisator
8.2.3 Olie voor opwekasbehuizing
8.2.4 Hydraulische olie op basis van minerale olie
70
Als de machine maar bij gelegenheid wordt gebruikt (stilstandtijden
langer dan 4 weken), brandstofstabilisator in de juiste mengver-
houding direct na aankoop bij de verse brandstof mengen.
Brandstofstabilisator heeft een beperkte houdbaarheid.
Neem de opgaven van de fabrikant over de juiste mengverhouding
en over de houdbaarheid in acht.
Oude brandstof wordt door het bijmengen van brandstofstabilisator
niet geregenereerd.
Alleen motorolies volgens de volgende specificaties gebruiken:
API CI-4 of hoogwaardiger
n
Mengingen van motorolies vermijden.
AANWIJZING!
Componenten kunnen beschadigd worden!
–
Geen asarme motorolies gebruiken voor de
opwekasbehuizing.
De hydraulische installatie werkt met hydraulische olie HV 32 (ISO)
met een kinematische viscositeit van 32 mm
Gelieve voor het bijvullen resp. bij een olieverversing alleen
hydraulische olie, type HVLP volgens DIN 51524, deel 3 of hydrau-
lische olies type HV volgens ISO 6743/4 te gebruiken.
De viscositeitsindex moet minstens 150 bedragen (opgaven van de
producent in acht nemen).
DRP15X
2
/s bij 40 °C (104 °F).