Controles vóór inbedrijfstelling – Watervoorraad controleren, bijvullen
5.6 Watervoorraad controleren, bijvullen
Water
Afb. 27
Afb. 28
AANWIJZING!
Componenten kunnen door vorst beschadigd
worden!
–
Veiligheidsuitrusting:
1.
Omgeving van de vulopening reinigen.
2.
Deksel eraf nemen en watervoorraad in de watertank contro-
leren.
AANWIJZING!
Verontreinigd water kan de boringen ver-
stoppen!
–
3.
Evt. schoon water bijvullen.
B-692-0230
4.
Deksel sluiten.
Alternatief kan de watertank ook eraf genomen en
om hem te vullen getransporteerd worden.
1.
Besproeiingsslangen van de klep af trekken.
B-692-0233
DRP15X
Waterbespoeiing bij kans op vorst volledig
leegmaken.
n
Beschermende werkkleding
n
Werkschoenen
n
Werkhandschoenen
Alleen schoon water erin doen.
49