Instellen van het beeld
U kunt het beeld van de projector naar uw eigen voorkeur instellen met de volgende beeldinstellingen.
Beeldinstelling
Contrast
Voor het instellen van het contrastniveau
Helder
Voor het instellen van de helderheid van een beeld
Kleur
Voor het instellen van de kleurintensiteit van het beeld
Tint
Voor het instellen van de tinten van een beeld
Scherpte
Voor scherpere of minder scherpe contouren van beelden
Rood
Voor het instellen van het roodniveau
Blauw
Voor het instellen van het blauwniveau
Kleurtmp
Voor het instellen van de kleurtemperatuur van een beeld
Instellen van
beeldvoorkeuren
Instellen van het menu "Beeld"➝
Zie bladzijde
36
voor de instellingen.
Opmerking
• "Kleur", "Tint" en "Scherpte" verschijnen niet
op het scherm wanneer u INGANG 1 kiest
en het "Signaaltype" "RGB" is.
• De beeldinstellingen kunnen afzonderlijk
worden opgeslagen in elke ingangsfunctie.
• Wanneer het signaal dat wordt ingevoerd in
INGANG 1 is ingesteld op Component, kan
"Scherpte" worden aangepast wanneer 480I-,
480P-, 720P- of 1080I-signalen zijn aangesloten.
• Om alle instelbare onderdelen terug te stellen,
kiest u "Reset" en drukt u op
Kiezen van het signaaltype
Deze functie maakt het mogelijk om het ingangs-
signaaltype RGB of Component te kiezen voor INGANG1.
Kies "Signaaltype" in het menu "Beeld" ➝
Zie bladzijde
38
voor de instellingen.
Opmerking
•
RGB
Wordt ingesteld voor het ontvangen van RGB-signalen.
•
Component
Wordt ingesteld voor het ontvangen van
componentsignalen.
40
Beschrijving
.
toets
Minder contrast
Meer contrast
Minder helder
Helderder
Minder intense kleuren
Intensere kleuren
Huidtinten worden paarsig
Huidtinten worden groenig
Minder scherp
Scherper
Minder rood
Meer rood
Minder blauw
Meer blauw
Verlaagt de
Verhoogt de kleur-
kleurtemperatuur voor
temperatuur voor
warmere, roodachtige,
koelere, blauwachtige,
fonkelende beelden.
fluorescerende beelden.
toets