FUNCTIES VOOR OPNAMEN
40
NE
● Als de afstand tot het onderwerp verandert
(waardoor de grootte ervan op het LCD-scherm of
in de zoeker verandert), bijvoorbeeld als het
onderwerp zich van u verwijdert.
● Als u filmt met een reflecterende natuurlijke
achtergrond, bijvoorbeeld het strand of een
besneeuwde berg.
● Als u onderwerpen onder een spot filmt.
● Bij het inzoomen.
1
Voer stappen 1– 6 in
"BELICHTINGSREGELING" uit. (
2
Zoom in of uit totdat het onderwerp het LCD-
scherm of de zoeker vult. Druk SET of
dan twee seconden in. De " "-aanduiding
verschijnt.
3
Druk op SET of
4
Druk op MENU.
Tegenlichtcompensatie
Tegenlichtcompensatie maakt het onderwerp
snel helder.
Met een eenvoudige handeling worden donkere
gedeelten van het onderwerp lichter gemaakt
door een langere belichting.
1
Zet de aan/uit-schakelaar
op
.
"REC"
2
Zet de opnamestand op
"M".
blz. 21)
(
3
Druk op
zodat de
indicator voor achtergrondlichtcompensatie "
verschijnt.
Tegenlichtcompensatie uitschakelen
Druk tweemaal op
verdwijnt.
OPMERKING:
Als u de tegenlichtcompensatie gebruikt, is het
mogelijk dat het licht rondom het onderwerp te fel
wordt en het onderwerp zelf wit.
Spotbelichtingsregeling
Door een gebied voor spotmeting te selecteren
kunt u nauwkeuriger de belichtingscompensatie
regelen.
1
Zet de aan/uit-schakelaar op "REC".
2
Zet de opnamestand op "M".
3
Druk tweemaal op
voor spotbelichtingsregeling "
blz. 39)
. De iris wordt vergrendeld.
SET
zodat de "
"-aanduiding
blz. 21)
(
zodat de aanduiding
" verschijnt.
● Er verschijnt een frame voor het
spotmeetgebied in het midden van het LCD-
scherm/ de zoeker.
4
Druk op SET.
● Spotbelichtingsregeling wordt ingeschakeld.
● De belichting wordt aangepast om het
geselecteerde gebied zo helder mogelijk te
maken.
De iris vergrendelen
Na stap 3 houd SET meer dan 2 seconden
ingedrukt. De "
iris wordt vergrendeld.
meer
Spotbelichtingsregeling uitschakelen
Druk eenmaal op
verdwijnt.
OPMERKINGEN:
● Het resultaat is niet altijd optimaal, afhankelijk van
de opnamelocatie en -omstandigheden.
● "BLDEN LOS" in "EFFECT" kunt u niet
tegelijkertijd met spotbelichtingsregeling
gebruiken.
Aanpassing witbalans
De witbalans heeft betrekking op de juistheid
van kleurreproductie bij verschillende
belichtingsomstandigheden. Als de witbalans
correct is, worden alle overige kleuren
nauwkeurig gereproduceerd.
Witbalans wordt automatisch aangepast. Als u
echter een ervaren camcordergebruiker bent,
"
kunt u deze functie handmatig bedienen om een
meer professionele kleur-/tintreproductie te
bewerkstelligen.
Om de instelling te veranderen
Stel "WITBALANS" op de gewenste stand in.
● De geselecteerde standaanduiding, behalve
"AUTOM", verschijnt.
[AUTO]: De witbalans wordt automatisch
aangepast.
HANDM WB: U kunt de witbalans
handmatig aanpassen wanneer u bij
verschillende soorten belichting filmt.
"Handmatige aanpassing witbalans" (
ZONNIG: Wanneer u buiten opnamen
maakt op een zonnige dag.
BEWOLKT: Wanneer u buiten opnamen
maakt op een bewolkte dag.
.
VERLICHT: Wanneer u een videolamp of
dergelijke verlichting gebruikt.
[ ]Fabrieksinstelling
"-aanduiding verschijnt en de
zodat de "
"-aanduiding
(
34)
blz. 33,
blz. 41).