Montage en aansluiten
Voeding
De busconverter benodigt een 12V-voeding welke uit het gekoppelde CAN-Busnetwerk komt. De
voeding geschiedt alleen vanuit één zijde van het CAN-Busnetwerk, omdat de andere zijde
potentiaalvrij is, d.w.z. de 12V-voeding wordt niet doorgeleid.
CAN-Bus
Voeding
CAN-Bus kabelkeuze en netwerktopologie
De basisprincipes van de CAN-Busbekabeling zijn in de handleidingen van de vrijprogrammeerbare
regelaars uitvoerig beschreven en dienen strikt te worden nageleefd.
In deze handleiding worden alleen enkele specifieke eigenschappen voor deze module beschreven.
Ieder CAN-netwerk dient bij de eerste en laatste netwerkdeelnemer met een 120 Ohm busafsluiting te
zijn voorzien (termineren – met jumper). In een CAN-netwerk zijn altijd dus twee eindweerstanden
(telkens aan het einde) te vinden. Vanwege de potentiaalvrije scheiding door de busconverter is aan
iedere CAN-Buszijde een jumper beschikbaar, welke aan de hand van de betreffende CAN-
netwerktopologie dient te worden geplaatst.
6
Potentiaalvrij
CAN-
Busnetwerk
(CAN-Bus 2)
potentiaalvrij
CAN-Busnetwerk