Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dl-Bus; Dl-Instellingen; Dl-Ingang; Dl-Bus Adres En Dl-Bus Index - Technische Alternative CAN-BC2 Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

DL-Bus

De DL-Bus dient als busleiding voor diverse sensoren en/of voor meetwaardeverwerking
(„Datalogging") middels C.M.I. of D-LOGG.
De DL-Bus is een bidirectionele dataverbinding en alleen met producten van Technische Alternative te
koppelen. Het DL-Busnetwerk werkt onafhankelijk van het CAN-Busnetwerk.
Dit menu bevat alle opgaves en instellingen, welke voor de opbouw van een DL-Busnetwerk
noodzakelijk zijn.
De bekabeling van een DL-Busnetwerk wordt in de montagehandleiding van de regelaar beschreven.

DL-instellingen

gebruikt. Er worden alleen de in- en uitgangswaardes en 2 warmtemetingen, echter geen waardes van
de netwerkingangen uitgegeven.

DL-ingang

Via een DL-ingang worden sensorwaardes van DL-Bussensoren overgenomen.
Er kunnen maximaal 32 DL-ingangen worden geprogrammeerd.
Voorbeeld: parametrering van DL-ingang 1
Keuze: Analoog of Digitaal

DL-Bus adres en DL-Bus index

Iedere DL-sensor dient een eigen DL-Busadres te hebben. De instelling van het adres van de DL-
Sensors wordt in het datablad van de betreffende sensor beschreven.
De meeste DL-sensoren kunnen verschillende meetwaardes bevatten (bv. volumestroom en
temperaturen). Er dient voor iedere meetwaarde een eigen index te worden opgegeven. De
betreffende index kan staat in het datablad van de DL-sensor worden geraadpleegd.
Programmering met TAPPS2 / DL-Bus
In het menu Bestand/ Instellingen / Apparaat-
instellingen/ DL-Bus kan de data-uitvoer voor de
datalogging via DL-Bus en voor weergaves in de
ruimtesensor RAS-PLUS in- of uitgeschakeld
worden. Voor de DL-datalogging wordt de C.M.I.
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave