Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

www.ta.co.at
CAN-BC2
CAN-Busconverter
Montagehandleiding
Programmeerhandleiding
Manual Versie 1.15.1
nederlands

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Technische Alternative CAN-BC2

  • Pagina 1 CAN-BC2 CAN-Busconverter Montagehandleiding Programmeerhandleiding Manual Versie 1.15.1 nederlands...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Versie 1.15.1 NL Recycling ........................5 Montage en aansluiten van het apparaat ................5 Bevestigingsmaten en afmetingen....................5 Voeding ............................6 CAN-Bus kabelkeuze en netwerktopologie ..................6 Aansluitingen DL-Bus en M-Bus .....................9 Datakabel voor de DL-Bus ........................9 Buslast van DL-sensoren ........................ 9 M-Buskabel ............................
  • Pagina 4 Verzendvoorwaarden ........................32 DL-Bus ............................33 DL-instellingen ............................ 33 DL-ingang ............................33 DL-Bus adres en DL-Bus index ..................... 33 Omschrijving ..........................34 DL-Bus timeout ..........................34 Eenheid............................34 Waarde bij timeout ........................34 Sensorcheck ..........................35 Sensorfout ............................. 35 DL-digitale ingangen ........................35 Buslast van DL-sensoren ......................
  • Pagina 5: Recycling

    Bedieningshandleiding Montage en aansluiten van het apparaat De CAN-BC2 wordt volgens de geldende normen en plaatselijke voorschriften in een regelkast of op een vlakke achtergrond in een droge ruimte gemonteerd. De module kan op een DIN-rail (TS35 volgens EN 50022) worden geklikt of via de 2 gaten in de behuizing op de achtergrond worden geschroefd.
  • Pagina 6: Voeding

    Montage en aansluiten Voeding De busconverter benodigt een 12V-voeding welke uit het gekoppelde CAN-Busnetwerk komt. De voeding geschiedt alleen vanuit één zijde van het CAN-Busnetwerk, omdat de andere zijde potentiaalvrij is, d.w.z. de 12V-voeding wordt niet doorgeleid. CAN-Bus Potentiaalvrij CAN- Busnetwerk Voeding (CAN-Bus 2)
  • Pagina 7 Montage en aansluiten Voorbeeld: Netwerk via meerdere gebouwen met CAN-busconverter CAN-BC2 Symboolverklaring: … Apparaat met eigen voeding (UVR16x2, RSM610, UVR1611) … Apparaat, welke wordt gevoed vanuit de bus (CAN I/O, CAN-MT, …) … CAN-Busconverter (CAN-BC2) … getermineerd (eindapparaten) … terminering open …...
  • Pagina 8 Montage en aansluiten Zonder CAN-Bus-overspanningsafleider: Deze variant dient alleen een bescherming tegen potentiaalverschillen tot max. 1kV, mag echter niet als beveiliging tegen blikseminslag worden gezien. In dit geval dient het scherm van de kabel tussen de CAN-busconverters op één punt, bij voorkeur in het midden de worden geaard.
  • Pagina 9: Aansluitingen Dl-Bus En M-Bus

    Montage en aansluiten Aansluitingen DL-Bus en M-Bus De polariteit van de M-Bus-aansluiting is verwisselbaar. Datakabel voor de DL-Bus De DL-Bus bestaat uit 2 adres: DL en GND (sensormassa). De voeding voor de DL-Bus-sensoren wordt via de DL-Bus zelf geleverd. De bekabeling kan stervormig maar ook serieel (van een apparaat naar de volgende) worden opgebouwd.
  • Pagina 10: Basisprincipes

    De M-Bus is een master/ slave systeem voor de data-uitlezing van energie- en volumestroommeters (elektra, warmte, water, gas). De CAN-BC2 is voor maximaal 4 M-Bus „unit loads“ opgezet, er kunnen daarom maximaal 4 M-Bus meters met telkens 1 „unit load“ aangesloten worden. De busconverter (master) leest cyclisch de waardes van de betreffende apparaten uit, de intervaltijd is instelbaar.
  • Pagina 11: Dl-Bus

    Basisprincipes DL-Bus De DL-Bus is een ontwikkeling van Technische Alternative en dient voor het inlezen van meetwaardes van DL-sensoren, Het netwerk bestaat uit 2 aders: DL en GND (sensormassa). De voeding voor de DL-Bus-sensoren wordt door de DL-Bus zelf geleverd.
  • Pagina 12: Programmering Met Tapps2

    Programmering met TAPPS2 / Omschrijvingen Programmering met TAPPS2 Hierna wordt voor alle elementen de parametrering in de programmeersoftware TAPPS2 beschreven. Omschrijvingen Voor het benoemen van alle elementen kunnen voorgegeven omschrijvingen uit verschillende betekenisgroepen of gebruikersgedefinieerde omschrijvingen worden gekozen. Aanvullend kan aan iedere omschrijving een getal 1 – 16 worden toegewezen. Gebruikersgedefinieerde omschrijvingen Er kunnen maximaal 100 verschillende omschrijvingen zelf worden aangemaakt.
  • Pagina 13 Programmering met TAPPS2 / Omschrijvingen Invoer van de omschrijvingen, afsluiten met „OK“ Keuze uit de lijst met reeds aangemaakt gebruikersgedefinieerde omschrijvingen. De gewenste omschrijving wordt weergegeven...
  • Pagina 14: Vaste Waardes

    Programmering met TAPPS2 / Vaste waardes Vaste waardes In dit menu kunnen maximaal 64 vaste waardes worden gedefinieerd, welke bv. als ingangsvariabelen van functies gebruikt kunnen worden. Voorbeeld: Type vaste waarde Na keuze van de gewenste vaste waarde geschiedt het vastleggen van het type vaste waarde. •...
  • Pagina 15: Analoog

    Programmering met TAPPS2 / Vaste waardes Analoog Keuze uit een veelvoud aan eenheden cq. dimensies Na opgave van de omschrijving geschiedt het vastleggen van de toegestane grenzen en van de standaard vaste waarde. Binnen deze grenzen kan de waarde in het menu worden gewijzigd.
  • Pagina 16: Omschrijving

    Programmering met TAPPS2 / Vaste waardes Omschrijving Opgave van de omschrijving van de vaste waarde door keuze uit de standaard opgegeven omschrijvingen of uit gebruikersgedefinieerde omschrijvingen. Aanvullend kan aan iedere omschrijving een getal 1 – 16 worden toegewezen. Beperken van de wijzigingsmogelijkheid Voor alle vaste waardes kan worden ingesteld vanuit welk gebruikersniveau de vaste waarde mag worden gewijzigd:...
  • Pagina 17: Functies

    Programmering met TAPPS2 / Functies Functies Er kan uit 41 verschillende functies worden gekozen en maximaal 22 functies in de programmering worden verwerkt. Functies kunnen ook meervoudig worden gebruikt. Aan iedere functie worden ingangsvariabelen toegewezen. Via de ingangsvariabelen ontvangt de functie alle voor de interne verwerking benodigde gegevens.
  • Pagina 18: Ingangsvariabelen

    Programmering met TAPPS2 / Functies Ingangsvariabelen Ingangsvariabelen dienen als koppeling tussen uitgangsvariabelen uit andere functiemodules of andere bronnen. In de beschrijvingen van de functiemodule wordt bij iedere ingangsvariabele het signaaltype aangegeven. Digitale ingangssignalen (AAN/UIT) kunnen normaal of invers worden overgenomen. Iedere functiemodule beschikt over de ingangsvariabele “Vrijgave”, welke als activatie van de gehele functiemodule functioneert.
  • Pagina 19 Programmering met TAPPS2 / Functies Bepaalde ingangsvariabelen zijn voor het functioneren van de functie absoluut noodzakelijk en kunnen niet op „ongebruikt“ worden gezet. Deze worden in TAPPS2 paars weergegeven en in de beschrijving van de functies gearceerd. Andere kunnen optioneel met bronnen worden verbonden. Voorbeeld: TAPPS2 Weergave in de handleiding: Na het koppelen met de bron wordt vastgelegd welke informatie (variabele) van de bron aan de...
  • Pagina 20: Parameters

    Programmering met TAPPS2 / Functies Parameters De parameters zijn waardes en instellingen, welke door de gebruiker kunnen worden opgegeven. Dit zijn instelwaardes, welke gebruiker mogelijk maken module aan de systeemeigenschappen aan te passen. Voorbeeld: Vergelijkingsfunctie Het parametermenu kan in de C.M.I.-weergave, afhankelijk van de functie, ook in meerdere submenu’s zijn opgedeeld.
  • Pagina 21: Hystereses

    Programmering met TAPPS2 / Functies Hystereses Veel parameters hebben instelbare in- en uitschakeldifferenties, welke een schakelhysterese vormen. Voorbeeld: inschakeltemperatuur van de functie „Warmtevraag cv“ De warmtevraag start bij T.inschak.GEW + Diff.aan (= 61°C), de uitschakeling bij T.inschak.GEW + Diff.uit (= 69°C). De waardes Diff.aan en Diff.uit kunnen ook negatieve waarde zijn, maar worden in ieder geval bij de gewenste temperatuur opgeteld.
  • Pagina 22 Programmering met TAPPS2 / Functies Veel ingangsvariabelen kunnen naar keuze door de gebruiker worden gedefinieerd of met andere bronnen (ingangen, functies, etc.) worden verbonden. Worden deze niet gekoppeld, dan wordt de betreffende waarde door de gebruiker in het parametermenu vastgelegd. Worden echter koppelingen gemaakt, dan wordt deze waarde in het parametermenu grijs weergegeven en als waarde „Ing.var.“...
  • Pagina 23: Functiegroottes (Eenheden)

    Programmering met TAPPS2 / Functies Functiegroottes (eenheden) In veel functies kan uit een veelvoud aan functiegroottes worden gekozen. Deze functiegroottes hebben eenheden met verschillend aantal kommaposities. In alle functieberekeningen (uitgezonderd: kenlijnfunctie) worden de eenheden telkens naar de kleinste eenheid omgerekend (l/min naar l/h, min, uur en dagen naar sec, MWh naar kWh, m/s naar km/h, m en km naar mm, mm/h en mm/min naar mm/dag, m³/h en m³/min naar m³/dag) Tabel van alle functiegroottes Functiegrootte...
  • Pagina 24: Uitgangsvariabelen

    Programmering met TAPPS2 / Functies Uitgangsvariabelen Uitgangsvariabelen geven de uitkomst van de functiemodules weer. Deze worden gebruikt als ingangsvariabelen voor een verdere functie of zijn met Bus-uitgangen gekoppeld. Een uitgangsvariabele kan ook meervoudig met functie-ingangsvariabelen of Bus-uitgangen worden gekoppeld. Het aantal uitgangsvariabelen is per functie verschillend. Voorbeeld: In de functie „Vergelijk“...
  • Pagina 25: Can-Bus

    Programmering met TAPPS2 / CAN-Bus CAN-Bus Het CAN-netwerk maakt de communicatie tussen CAN-Busapparaten mogelijk. Door het verzenden van analoge of digitale waardes via CAN-uitgangen kunnen andere CAN-Busapparaten deze waardes als CAN-ingangen overnemen. Er kunnen maximaal 62 CAN-Busapparaten in ene netwerk worden gebruikt. Ieder CAN-Busapparaat dient een eigen knoopnummer in het netwerk te hebben.
  • Pagina 26: Datalogging

    Programmering met TAPPS2 / CAN-Bus Busrate De standaard Busrate van het CAN-netwerk is 50 kbit/s (50 kBaud), welke voor de CAN-Busapparaten is vooringesteld. Er kan voor iedere zijde van de CAN-Busconverter een eigen Busrate worden ingesteld („CAN-Bus 2“ = potentiaalvrij, ontkoppeld CAN-Busnetwerk). Belangrijk: In het CAN-Busnetwerk dienen alle apparaten aan de betreffende zijdes dezelfde overdrachtssnelheid te hebben om met elkaar te kunnen communiceren.
  • Pagina 27 Programmering met TAPPS2 / CAN-Bus Voor de CAN-Datalogging is op de C.M.I. een versie van ten minste 1.26.2 en een Winsol-versie van ten minste 2.07 noodzakelijk. De CAN-Datalogging is uitsluitend met de C.M.I. mogelijk. De data voor de logging zijn vrij te kiezen. Er vindt geen continue data-uitvoer plaats.
  • Pagina 28: Can-Analoge Ingangen

    Programmering met TAPPS2 / CAN-Bus CAN-analoge ingangen Er kunnen maximaal 64 CAN-analoge ingangen worden geprogrammeerd. Deze worden door de opgave van het verzend-knoopnummer en het nummer van de CAN-uitgang van de zendknoop vastgelegd. Knoopnummer Na opgave van het knoopnummer van de zendknoop worden de verdere instellingen uitgevoerd. Van het apparaat met dit knoopnummer wordt de waarde van een CAN-analoge uitgang overgenomen.
  • Pagina 29: Eenheid

    Programmering met TAPPS2 / CAN-Bus Eenheid Wordt als meetgrootheid „Automatisch“ overgenomen, dan wordt de eenheid, welke de zendknoop opgeeft, in de regelaar gebruikt. Bij keuze „Gebruikersgedef.“ kunnen een eigen eenheid, een sensorcorrectie en bij geactiveerde sensorcheck een bewakingsfunctie worden ingesteld. Aan iedere CAN-ingang wordt een eigen eenheid toegewezen, welke afwijkend ten opzichte van de eenheid van de zendknoop kan zijn.
  • Pagina 30: Sensorcheck

    Programmering met TAPPS2 / CAN-Bus Sensorcheck Met sensorcheck „Ja“ staat de sensorfout van de sensor, waarvan de CAN-ingang wordt overgenomen, als ingangsvariabele voor een functie ter beschikking. Sensorfout Deze keuze wordt alleen bij actieve sensorcheck en bij meetgrootheid „Gebruikersgedef.“ weergegeven. Bij geactiveerde „Sensorcheck“...
  • Pagina 31: Can-Analoge Uitgangen

    Programmering met TAPPS2 / CAN-Bus CAN-analoge uitgangen Er kunnen maximaal 32 CAN-analoge uitgangen worden geprogrammeerd. Deze worden door de opgaven van de bron in de busconverter vastgelegd. Koppeling met de bron in de module, waarvan de waarde voor de CAN-uitgang komt. •...
  • Pagina 32: Can-Digitale Uitgangen

    Programmering met TAPPS2 / CAN-Bus CAN-digitale uitgangen E kunnen maximaal 32 CAN-digitale uitgangen worden geprogrammeerd. Deze worden door de opgave van de bron in de busconverter vastgelegd. De parametrering is, behalve voor de verzendvoorwaarden, identiek aan die van de CAN-analoge uitgangen.
  • Pagina 33: Dl-Bus

    De DL-Bus dient als busleiding voor diverse sensoren en/of voor meetwaardeverwerking („Datalogging“) middels C.M.I. of D-LOGG. De DL-Bus is een bidirectionele dataverbinding en alleen met producten van Technische Alternative te koppelen. Het DL-Busnetwerk werkt onafhankelijk van het CAN-Busnetwerk. Dit menu bevat alle opgaves en instellingen, welke voor de opbouw van een DL-Busnetwerk noodzakelijk zijn.
  • Pagina 34: Omschrijving

    Programmering met TAPPS2 / DL-Bus Omschrijving Aan iedere DL-ingang kan een eigen omschrijving worden toegekend. De keuze van de omschrijving volgt uit verschillende betekenisgroepen of gebruikersgedefinieerd. Voorbeeld: DL-Bus timeout Zolang de informatie voortdurend van de DL-Bus wordt ingelezen, is de netwerkfout van de DL-ingang „Nee“.
  • Pagina 35: Sensorcheck

    Programmering met TAPPS2 / DL-Bus Sensorcheck Met sensorcheck „Ja“ staat de sensorfout van de sensor, welke door de DL-ingang wordt overgenomen, als ingangsvariabele van een functie ter beschikking. Sensorfout Deze keuze wordt alleen bij geactiveerde sensorcheck en bij meetgrootheid „Gebruikersgedef.“ weergegeven.
  • Pagina 36: Buslast Van Dl-Sensoren

    Programmering met TAPPS2 / DL-Bus Buslast van DL-sensoren De voeding en de signaaloverdracht van DL-sensoren geschiedt gezamenlijk via de 2-polige kabel. Een aanvullende ondersteuning van de voeding door een externe voedingsbron (zoals bij de CAN-Bus) is niet mogelijk. Door het relatief hoge stroomverbruik van DL-sensoren dient de „Buslast“ in acht te worden genomen: De busconverter levert de maximale buslast van 100%.
  • Pagina 37: M-Bus

    De M-Bus is een master-slave-systeem voor het uitlezen van data van energie- en volumestroommeters (elektra, warmte, water, gas). De CAN-BC2 is voor maximaal 4 M-Bus „unit loads“ geschikt, er kunnen daarom maximaal 4 M-Bus meters met telkens 1 „unit load“ aangesloten worden. De busconverter (master) leest cyclisch de waardes van de betreffende apparaten uit, de intervaltijd is instelbaar.
  • Pagina 38: M-Bus Ingang

    Programmierung mit TAPPS2 / M-Bus M-Bus ingang Er kunnen maximaal 32 M-Bus-ingangen worden geprogrammeerd. Bij een aangesloten M-Busapparaat kunnen via de button „Lijst“ de apparaat-informatie en de ontvangen data afgelezen worden. Voorbeeld: C.M.I.-weergave voor een aangesloten M-Busmeter Het toegangsnummer wordt na 255 toegangsmomenten weer op 0 gezet.
  • Pagina 39: Algemeen

    Programmering met TAPPS2 / M-Bus Apparaat-informatie In het bovenste gedeelte worden apparaat- en fabrikantspecifieke informatie weergegeven. Het punt „Datatype“ biedt ook de keuze „Apparaat-informatie“, om gegevens zoals identificatienummer of apparaattype uit te lezen. Ontvangen data Hier kunnen per meter maximaal 128 waardes weergegeven worden. De volgorde wordt samengesteld uit het telegramadres en de startbyte.
  • Pagina 40: Eenheid

    Programmierung mit TAPPS2 / M-Bus Eenheid Wordt als meetgrootheid „Automatisch“ overgenomen, dan wordt de eenheid die het M-Busapparaat opgeeft in de busconverter gebruikt. Bij keuze „Gebruikersgedef.“ kunnen een eigen eenheid, een sensorcorrectie en bij geactiveerde sensorcheck bewakingsfuncties worden gekozen. Aan iedere M-Bus-ingang wordt een eenheid toegekend, welke afwijkend ten opzichte van de eenheid van het M-Busapparaat kan zijn.
  • Pagina 41 Programmering met TAPPS2 / M-Bus Door een goede keuze van de drempelwaardes en de uitgavewaardes kan aan de busconverter bij uitval van een meetwaarde een vaste waarde opgegeven worden, zodat een functie in noodbedrijf door kan blijven functioneren (vaste hysterese: 10 cq. 1,0°C). De kortsluitwaarde kan alleen onder de onderbrekingswaarde worden gedefinieerd.
  • Pagina 42: Systeemwaardes

    Programmering met TAPPS2 / Systeemwaardes Systeemwaardes De volgende systeemwaardes staan voor functie-ingangsvariabelen en CAN- en DL-uitgangen als bron beschikbaar: • Algemeen • Tijd • Datum • Systeemwaardes „Algemeen“ Deze systeemwaardes maken het mogelijk een bewaking van de regelaar uit voeren. •...
  • Pagina 43: Apparaat-Instellingen

    Programmering met TAPPS2 / Apparaat-instellingen Apparaat-instellingen In dit menu worden globale instellingen voor busconverter businstellingen uitgevoerd. Algemeen Valuta Keuze van de valuta voor de kostenberekening van bv. opbrengsten. Installateur-/ Expert-wachtwoord Opgave van de wachtwoorden voor deze programmering. Toegang menu Vastleggen vanuit welk gebruikersniveau de toegang tot het hoofdmenu wordt toegestaan. Is de toegang tot het menu alleen aan de Installateur of aan de Expert toegestaan, dan dient bij de toegang tot het hoofdmenu vanuit de startpagina van het functieoverzicht het betreffende wachtwoord te worden opgegeven.
  • Pagina 44: Tijd/ Locatie

    Programmering met TAPPS2 / Apparaat-instellingen Tijd/ locatie • Automatische tijdomschakeling– Indien „Ja“ geschiedt de automatische omschakeling van zomertijd volgens de richtlijnen van de Europese Unie. • Tijdzone – 01:00 betekent de tijdzone „UTC + 1 uur“. UTC staat voor „Universal Time Coordinated“, voorheen ook als GMT (= Greenwich Mean Time) bekend.
  • Pagina 45: C.m.i. Menu

    C.M.I. Menu/ Datum / Tijd/ Locatie C.M.I. menu Datum/ Tijd/ Locatie In de statusbalk worden rechts boven de datum en tijd weergegeven. Omdat de busconverter geen eigen klokfunctie heeft, worden datum en tijd van netwerkknoop 1 overgenomen en kunnen in de busconverter niet gewijzigd worden. Daarom dient er een CAN- Busapparaat met een eigen klokfunctie het knoopnummer 1 te hebben (UVR16x2, UVR1611, RSM610, C.M.I.).
  • Pagina 46 C.M.I. Menu/ Datum / Tijd/ Locatie Allereerst worden de parameters voor de systeemwaardes weergegeven. • Tijdzone – Opgave van de tijdzone in relatie met UTC (= „Universal Time Coordinated“, voorheen ook als GMT (= Greenwich Mean Time) bekend). In het voorbeeld is de tijdzone „UTC + 01:00“...
  • Pagina 47: Waarde-Overzicht

    C.M.I. Menu / Waarde-overzicht Waarde-overzicht In dit menu worden de actuele waardes van de DL- ingangen en de analoge en digitale CAN-ingangen weergegeven. De verschillende waardes worden door keuze van de gewenste groep zichtbaar. Voorbeeld: CAN-Bus analoog...
  • Pagina 48: Vaste Waarde

    C.M.I. Menu / Vaste waarde Vaste waarde Wijzigen van een digitale vaste waarde Door keuze van het licht gearceerde schakelvlak kan de vaste waarde gewijzigd worden. Voorbeeld: Omschakeling van AAN naar UIT door een keuzebox...
  • Pagina 49: Wijzigen Van Een Analoge Vaste Waarde

    C.M.I. Menu / Vaste waarde Wijzigen van een analoge vaste waarde Door het aantippen van het licht gearceerde schakelvlak kan de vaste waarde gewijzigd worden. Voorbeeld: Er wordt de actuele waarde opgegeven (voorbeeld: 50,0°C). Door het aanklikken van een OMHOOG- of OMLAAG-pijl kan de gewenste waarde worden gewijzigd.
  • Pagina 50: Basisinstellingen

    C.M.I. Menu / Basisinstellingen Basisinstellingen Dit menu is alleen voor de „Installateur“ of de „Expert“ toegankelijk. In dit menu worden instellingen uitgevoerd, welke vervolgens voor alle verdere menu’s gelden. Simulatie – Geen gebruiksmogelijkheid in de busconverter Toegang menu – Vastleggen vanuit welk gebruikersniveau de toegang tot het hoofdmenu wordt toegestaan.
  • Pagina 51: Versie En Serienummer

    C.M.I. Menu / Versie Versie en serienummer In dit menu worden het serienummer, interne productiegegevens en de naam van de actuele functiedata (met datum) weergegeven. Het serienummer is ook op het typeplaatje van de module weergegeven.
  • Pagina 52: Meldingen

    C.M.I. Menu / Meldingen Meldingen Dit C.M.I.-menu geeft de geactiveerde meldingen weer. Voorbeeld: Melding 3 is actief. Indien er ten minste één melding is geactiveerd, dan wordt in de bovenste statusbalk een waarschuwingsdriehoek weergegeven. Verdere informatie m.b.t. de meldingen is in de programmeerhandleidingen van UVR16x2, RSM610 of CAN-I/O 45 opgenomen.
  • Pagina 53: Gebruiker

    C.M.I. Menu / Gebruiker Gebruiker Actuele gebruiker Bij de toegang tot het menu van de module staan de gebruiksrechten in het gebruikersniveau. Voor toegang tot het Installateurs- of Expertniveau is de opgave van een wachtwoord benodigd, welke door de programmeur kan worden opgegeven. Na het laden van functiedata springt de module naar het gebruikersniveau terug en neemt de geprogrammeerd wachtwoorden over.
  • Pagina 54: Lijst Van Toegestane Acties

    C.M.I. Menu / Gebruiker Lijst van toegestane acties Gebruiker Weergaves en toegestane acties • Toegang tot het hoofdmenu alleen, indien in de „Basisinstellingen“ voor „Gebruiker“ vrijgegeven • Waarde-overzicht • Vaste waarde: wijziging van de waardes of status welke voor de gebruiker zijn vrijgegeven, geen toegang tot de parameters •...
  • Pagina 55: Databeheer

    Databeheer Databeheer C.M.I. - menu Databeheer Weergave van de actuele functiedata met tijdstip van inladen. Totale reset Een totale reset is alleen vanuit het Installateurs- of Expertniveau na een controlevraag mogelijk. Een totale reset wist de functiemodules, de parametrering van alle in- en uitgangen, Bus-in- en uitgangen, vaste- en systeemwaardes.
  • Pagina 56: Laden Van Functiedata Of Firmware-Update Via C.m.i

    Databeheer Laden van functiedata of firmware-update via C.M.I. In het C.M.I.-menu Databeheer kunnen functiedata geladen of opgeslagen en de firmware (het bedrijfssysteem) in de module geladen worden. Voor iedere taal is een eigen versie van het bedrijfssysteem benodigd. Er bestaat daarom, in tegenstelling tot de regelaar UVR16x2, in de busconverter geen taalkeuze.
  • Pagina 57: Laden Van Functiedata Of Firmware-Update Via Uvr16X2 Of Can-Mtx2

    Databeheer Laden van functiedata of firmware-update via UVR16x2 of CAN- MTx2 De datatransfer is alleen via het Installateurs- of Expertniveau in het menu Databeheer mogelijk. Om het bestand naar de module te zenden, raakt men het plus-symbool aan, waarna een keuze zichtbaar wordt.
  • Pagina 58 Databeheer Keuze van het knoopnummer en afsluitend bevestigen met Door het kiezen van wordt het proces afgebroken. De datatransfer is pas na opgave van het Installateurs- of Expertwachtwoord van het doelapparaat mogelijk.
  • Pagina 59: Reset

    Reset / LED-Statusanzeigen Reset De resetknop is achter een boring in het deksel voorzien. Door het kort indrukken van de resetknop wordt de busconverter herstart (= reset). Totale reset: Door het lang indrukken van de resetknop begint de status-LED snel te knipperen. De knop dien zolang vastgehouden te worden, totdat het snelle knipperen in langzaam knipperen overgaat.
  • Pagina 60: Technische Gegevens

    Technische gegevens max. Buslast (DL-Bus) 100 % CAN- Bus Standaard datarate 50 kbit/s, instelbaar van 5 tot 500 kbit/s voor beide CAN-Bus zijdes M-Bus Standaard baudrate 2400 Baud, instellbaar van 300 tot 38400 Baud, max. 4 M-Busapparaten uitleesbaar Bescherming IP40 Beschermingsklasse II - geïsoleerd Toelaatbare...
  • Pagina 61: Eu-Conformiteitsverklaring

    EU-conformiteitsverklaring Document-nr. / Datum: TA17065 / 23.03.2017 Fabrikant: Technische Alternative RT GmbH Vestigingslocatie: A- 3872 Amaliendorf, Langestraße 124 De gehele verantwoording voor de weergave van deze conformiteitsverklaring wordt door de fabrikant gedragen. Productomschrijving: CAN-BC2 Merknaam: Technische Alternative RT GmbH Productomschrijving:...
  • Pagina 64: Garantiebepalingen

    Opmerking: De volgende garantiebepalingen beperken het wettelijke recht op garantie niet, maar vullen uw rechten als consument aan. 1. De firma Technische Alternative RT GmbH geeft twee jaar garantie vanaf verkoopsdatum aan de eindgebruiker op alle door haar verkochte apparaten en onderdelen. Defecten dienen onverwijld na vaststelling en binnen de garantietermijn te worden gemeld.

Inhoudsopgave