Programmierung mit TAPPS2 / M-Bus
Eenheid
Wordt als meetgrootheid „Automatisch" overgenomen, dan wordt de eenheid die het M-Busapparaat
opgeeft in de busconverter gebruikt.
Bij keuze „Gebruikersgedef." kunnen een eigen eenheid, een sensorcorrectie en bij geactiveerde
sensorcheck bewakingsfuncties worden gekozen.
Aan iedere M-Bus-ingang wordt een eenheid toegekend, welke afwijkend ten opzichte van de eenheid
van het M-Busapparaat kan zijn. Er staat een veelvoud aan eenheden ter beschikking.
Sensorcorrectie
De waarde van de M-Bus-ingang kan met een vaste differentiewaarde gecorrigeerd worden.
Waarde bij timeout
Deze keuze wordt alleen bij meetgrootheid „Gebruikersgedef." weergegeven. Deze toepassing is
momenteel nog niet beschikbaar.
Sensorcheck
Met Sensorcheck „Ja" staat de sensorfout van de M-Buswaarde als digitale ingangsvariabele van een
functie ter beschikking.
Het gebruik hiervan is alleen zinvol, indien voor de sensorfout gebruikersgedefinieerde drempel- en
uitgavewaardes worden gedefinieerd.
Sensorfout
Deze keuze wordt alleen bij meetgrootheid „Gebruikersgedef." en bij geactiveerde sensorcheck
weergegeven.
Sensorfout: Status „Nee" voor een correcte waarde binnen de drempelwaardes en „Ja" voor een
waarde buiten de drempelwaardes. Hierdoor kan bv. op de uitval van een M-Busapparaat worden
gereageerd.
Voor een zinvol gebruik van de sensorcheck dienen de drempelwaardes voor kortsluiting en
onderbreking
van
„Standaard"
naar
„gebruikersgedefinieerd"
gewijzigd
en
de
gewenste
drempelwaardes gedefinieerd worden. Aansluitend worden ook de gewenste kortsluit- en
onderbrekingswaarde gedefinieerd.
Onderschrijdt de uitgelezen meetwaarde de gedefinieerde kortsluitwaarde of overschrijdt de
meetwaarde de onderbrekingswaarde, dan worden de betreffende uitgavewaardes in plaats van de
meetwaardes overgenomen.
40