8. de machine beschikt over twee stuurhendels (3 en 5). Door één van de twee in
te knijpen blokkeren de rechter of linker banden en stuurt de machine naar rechts
of links.
Een herstart van een al warme motor vereist meestal geen choke. Vaak start de
de motor wel het beste bij gebruik van een choke..
9.5 Stationair draaien
Zet de gashendel op "slow" (langzaam) om de motor niet te belasten, als er geen
werk wordt gedaan. Het rustiger laten lopen van de motor (stationair) verlengt de
levensduur van de motor, bespaart brandstof en vermindert het lawaai van de
machine.
9.6 Stoppen van de motor
De motor in geval van nood stopen, zet gewoon de motor schakelaar in de UIT-
stand. In een normale situatie, gaat u als volgt te werk:
1. Gashendel in de SLOW stand zetten.
2 De motor 1-2 minuten stationair laten draaien.
3. Contactschakelaar op OFF "Uit" positie zetten.
4. Brandstof kraan op OFF zetten.
Niet de chokehendel op choke zetten om de motor te stoppen. Dit heeft een
risico van schade aan de motor!
9.7 heffen en laten zakken van de kiepbak
Met de kiephendel (8) kunt u de bak ontgrendelen om deze vervolgens te kiepen
of vergrendelen om vervolgens de bak te laden. Met de kiephendel kunt het
kiepen van de bak regelen. Door de kiepgreep (A) naar naar achteren te duwen
ontgrendelt u de bak (zie b en c).
U kunt nu met de hand de bak naar voren kiepen. Laat daarna de bak weer
terugzakken (niet vallen!!).
Vervolgens drukt u de hendel weer naar boven zodat de bak vergrendelt wordt.
9.8 Gebruiksaanwijzingen:
De stuur gevoeligheid neemt proportioneel toe in verhouding tot de snelheid en
de belasting van de machine: Als de machine onbeladen is , zorgt een lichte druk
op de hendel dat je een sturende beweging maakt. Als de machine is beladen is
een iets hogere druk nodig.