Onderhoud
Bougie
Onderhoudsinterval/Specificatie
Controleer de bougie(s) elke 200 bedrijfsuren.
Controleer of de luchtspleet tussen de elektroden
correct is voordat u de bougie monteert. Gebruik een
bougiesleutel voor het (de)monteren van bougies en
een voelermaat voor het meten en afstellen van de
elektrodenafstand.
Type: Champion RJ-12YC (of gelijkwaardig)
Elektrodenafstand: 1,02 mm (0.040")
Bougie verwijderen
1.
Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen, parkeer-
rem in werking stellen en contactsleutel in de
stand "OFF" draaien om de motor af te zetten.
Contactsleutel verwijderen.
2.
Open de motorkap.
3.
Trek de kabel(s) van de bougie(s) af (Fig. 23).
Maak de omgeving van de bougie(s) schoon, om
te voorkomen dat vuil in de motor terecht komt
en schade veroorzaakt.
4.
Verwijder de bougie(s) en metalen ring.
Figuur 23
1. Bougiekabel
28
(s)
2
1
2. Bougie
Bougie controleren
1.
Controleer het midden van de bougie(s)
(Fig. 24). Als de isolator lichtbruin of grijs is,
functioneert de motor naar behoren. Een zwarte
afzetting op de isolator duidt meestal op een
vervuild luchtfilter.
Belangrijk: Bougie(s) nooit schoonmaken.
2.
Controleer de afstand tussen de midden- en zij-
elektrode (Fig. 24). De zij-elektrode buigen
(Fig. 24) als de elektrodenafstand niet correct is.
2
1. Middenelektrode met
isolator
2. Zij-elektrode
Bougie
(s) monteren
1.
Monteer de bougies en metalen ringen.
Controleer of de elektrodenafstand correct is
afgesteld.
2.
Bougie(s) aandraaien tot 27 Nm (20 ft-lbs).
1215
3.
Druk de kabel(s) op de bougie(s) (Fig. 23).
4.
Sluit de motorkap.
Bougie(s) altijd vervangen bij zwarte
afzetting, versleten elektroden,
oliesporen of scheurtjes.
1
Figuur 24
3. Elektrodenafstand (niet op
schaal weergegeven)
3
1,02 mm
(0.040")