Gebruiksaanwijzing
5.
Stel de parkeerrem in werking en start de motor
opnieuw. Terwijl de motor loopt en de
parkeerrem in werking is gesteld, beweegt u het
hydrostatische rijpedaal naar voren. De motor
moet stoppen.
6.
Met de parkeerrem gelost, draait u de
contactsleutel op "AAN" zonder de motor te
starten. Trek de maaidekhendel (aftakas) in de
stand "AAN". U moet een klik horen, die
aangeeft dat de aftakas ingeschakeld is en het
aftakaslampje licht op. Beweeg het rijpedaal naar
achteruit. U moet een klik horen, die aangeeft
dat de aftakas uitgeschakeld is en het
aftakaslampje moet doven.
7.
Met de parkeerrem gelost, draait u de
contactsleutel op "AAN" zonder de motor te
starten. Trek de maaidekhendel (aftakas) in de
stand "AAN". Draai de "Key Choice" sleutel om
en laat hem los. Het waarschuwingslampje
"werktuig-in-achteruit" moet oplichten. Beweeg
het rijpedaal naar achteruit. De aftakas en het
aftakaslampje op het dashboard moeten aan
blijven. Druk de maaidekhendel (aftakas) naar
"UIT". Het aftakaslampje en het lampje
werktuig-in-achteruit moeten doven.
Indicatiepaneel
Het indicatiepaneel (Fig. 9) bevat lampjes voor:
Werktuig-in-achteruit
Aftakas
Accu
Bedrijfsurenteller
Oliedruk
Brandstofvoorraad
18
1
2
3
Figuur 9
1. Aftakas
2. Temperatuur
3. Accu
4. Bedrijfsurenteller
Onder de volgende omstandigheden zijn de
indicatielampjes "AAN". Onder alle andere
omstandigheden moeten de lampjes uit zijn.
Het lampje werktuig-in-achteruit licht op wanneer de
keuzeschakelaar wordt gebruikt om de beveiliging
werktuig-in-achteruit op te heffen. Het lampje wijst u
erop dat de beveiliging opgeheven is. Het lampje
dooft wanneer de aftakas wordt uitgeschakeld of de
motor wordt gestopt.
Aftakas
Als de contactsleutel in de stand "RUN" of
"LIGHTS" (lopen of verlichting) staat en de aftakas
ingeschakeld (AAN) is, brandt het indicatielampje
voor de aftakas. Als dit lampje brandt, betekent dat:
let op, de startmotor werkt niet als de aftakas
ingeschakeld is. Schakel de aftakas altijd uit voordat
u de bestuurdersstoel verlaat.
Bedrijfsurenteller
De bedrijfsurenteller registreert het aantal uren dat de
motor heeft gelopen (Fig. 9). De bedrijfsurenteller is
in werking als de contactschakelaar in de stand
"RUN" of "LIGHTS" (lopen of verlichting) staat.
Gebruik de geregistreerde bedrijfsuren voor de
planning van service en onderhoud.
4
5
6
7
5. Brandstofniveau
6. Olie
7. Werken in de achteruit