Alleen bestuurdersportier
ontgrendelen
Indien de ontgrendelfunctie opnieuw is
geprogrammeerd zodat alleen het
bestuurdersportier en het kofferdeksel/de
achterklep worden ontgrendeld ( Zie
Programmeren van de
afstandsbediening (bladzijde 31). ), let
dan op het volgende:
Als het bestuurdersportier als eerste wordt
geopend blijven de andere portieren
vergrendeld. Alle andere portieren kunnen
vanuit het interieur worden ontgrendeld
door de ontgrendeltoets op het
instrumentenpaneel in te drukken. Voor
locatie: Zie In één oogopslag (bladzijde
10). De portieren kunnen afzonderlijk
worden ontgrendeld door vanuit het
interieur de portierkruk van het betreffende
portier uit te trekken.
Als het passagiersportier als eerste wordt
geopend, worden alle portieren en het
kofferdeksel/de achterklep ontgrendeld.
Uitgeschakelde sleutels
In de auto achtergebleven sleutels worden
uitgeschakeld bij het vergrendelen van de
auto.
Een uitgeschakelde sleutel kan niet meer
worden gebruikt voor het aanzetten van
het contact of het starten van de motor.
Om deze passieve sleutels opnieuw te
kunnen gebruiken moeten ze opnieuw
worden geactiveerd.
Ontgrendel de auto met behulp van een
passieve sleutel of de afstandsbediening
om al uw passieve sleutel te activeren.
Bij het aanzetten van het contact of
wanneer de motor met een geldige sleutel
wordt gestart worden alle passieve
sleutels worden geactiveerd.
Sloten
Portieren met de sleutelbaard
vergrendelen en ontgrendelen
1
E87964
1.
Verwijder voorzichtig de kapje.
2. Verwijder de sleutelbaard en steek hem
in het slot.
N.B.: Alleen de handgreep van het
bestuurdersportier is uitgerust met een
slotcilinder.
39
2
1