N.B.: Wanneer u het bestuurdersportier
opent en de parkeerstand is niet
ingeschakeld, klinkt er een akoestisch
waarschuwingssignaal.
N.B.: De accubeveiliging zal het akoestische
waarschuwingssignaal na een bepaalde tijd
uitschakelen.
In deze stand wordt geen kracht op de
aangedreven wielen overgebracht en de
transmissie is geblokkeerd. Wanneer de
keuzehendel in deze stand staat kunt u de
motor starten.
Achteruit
WAARSCHUWING
Schakel de achteruit alleen in
wanneer de auto stilstaat en de
motor stationair draait.
Neutraal
In deze stand wordt geen kracht op de
aangedreven wielen overgebracht, maar
de transmissie is niet geblokkeerd.
Wanneer de keuzehendel in deze stand
staat kunt u de motor starten.
Rijden
Schakel de rijstand in om automatisch
gebruik te maken van alle voorwaartse
versnellingen.
Handmatig schakelen
N.B.: Het schakelen vindt alleen plaats bij
bepaalde rijsnelheden en motortoerentallen.
Selecteer handmatig schakelen om
handmatig gebruik te maken van de
voorwaartse versnellingen. Druk de
keuzehendel naar voren om terug te
schakelen en trek hem naar achteren om
op te schakelen.
Versnellingsbak/transmissie
WAARSCHUWING
Houd de keuzehendel niet constant
in
of +.
U kunt versnellingen overslaan door de
keuzehendel met korte intervallen
herhaaldelijk te bewegen.
De handmatige modus beschikt ook over
een kickdown functie. Zie Kickdown.
De transmissie schakelt automatisch terug
wanneer het motortoerental te laag is en
schakelt automatisch op wanneer het
motortoerental te hoog is.
Rijmodi
De transmissie schakelt de juiste
versnelling in voor optimale prestaties
gebaseerd op de omgevingstemperatuur,
de hellingshoek van het wegdek, de
belading van de auto en de inbreng van de
bestuurder.
Aanwijzingen voor het rijden met
een automatische transmissie
Wegrijden
WAARSCHUWING
Een auto met automatische
transmissie kan niet worden gestart
door middel van slepen of duwen.
Zie Starten met hulpstartkabels
(bladzijde 143).
1.
Zet de handrem los.
2. Laat het rempedaal opkomen en druk
het gaspedaal in.
Stoppen
1.
Laat het gaspedaal opkomen en druk
het rempedaal in.
2. Trek de handrem aan.
102