Gebruik
Waarschuwingsknipperlichten in- en
uitschakelen
– Druk op de toets (1) om de waarschuwings-
knipperlichten in te schakelen.
Alle richtingaanwijzers en indicatielampjes
(2) knipperen.
– Druk nogmaals op de toets (1) om de waar-
schuwingsknipperlichten uit te schakelen.
De waarschuwingsknipperlichten gaan uit.
OPMERKING
De waarschuwingsknipperlichten kunnen ook
worden ingeschakeld zonder dat het contact
is ingeschakeld. Houd hiertoe de toets drie
seconden ingedrukt.
Richtingaanwijzers in- en uitschake-
len
Uitvoering met minihendels
– Schakel de richtingaanwijzers in door de
kruishendel voor de rijrichting/richtingaan-
wijzers (1) naar links of rechts te bewegen.
174764 NL - 01/2018
1
4
Extra uitrusting
2
5060_003-011_V2
1
5060_003-096
229