4
Gebruik
Voorzetapparatuur
Het voorzetapparaat beweegt in de richting
die door het bovenste pictogram wordt weer-
gegeven.
– Beweeg de bedieningshendel naar achte-
ren
Het voorzetapparaat beweegt in de richting
die door het onderste pictogram wordt weer-
gegeven.
– Bedien de schakelaar (2)
De extra functie van het voorzetapparaat
wordt geactiveerd/gedeactiveerd en kan als
"5e functie" met de bedieningshendel worden
aangestuurd.
– Druk op de functietoets (4)
OPMERKING
4
De pijl (5) onder de functietoets laat zien aan
welke bedieningshendel de "5e functie" is
toegewezen.
De "5e functie" is toegewezen aan de 3e
bedieningshendel; zie sticker (6).
5
6
7325_003-045
174764 NL - 01/2018
221