9-5. Storingzoeken
Storing
Geen lasvermogen, compleet dood
Geen lasvermogen, Display geeft geen
fout
Onregelmatig of slecht lassen.
Geen 115 volts AC
op de duplex
aansluiting.
Geen draad aanvoer.
Onregelmatige draadaanvoer.
Draadaanvoer wanneer voeding in-
geschakeld wordt.
Draad stoot bij gebruik van een CC
lasstroombron.
Gas stroomt niet of blijft stromen terwijl
er wel draadaanvoer is.
Draad brandt terug in contacttip bij het
proces elektrode negatief (normale po-
lariteit).
Zet netvoedingsschakelaar aan (zie hoofdstuk 4-12).
Controleer netzekeringen, en vervang deze indien nodig, of reset de automaat (zie hoofdstuk 4-12).
Controleer de netaansluitingen in machine (zie hoofdstuk 4-12).
Controleer of de toortsschakelaar in komt.
Gebruik de juiste maat en type laskabel (zie hoofdstuk 5-1).
Zet alle laskabelverbindingen vast en reinig deze.
Reset automaat CB1.
Controleer voedingsautomaat CB2 en reset deze indien nodig.
Controleer de bekabeling van de draad aanvoer motor.
Stel de druk van de draadaanvoerrollen opnieuw af.
Stel de wrijving af van de spoelhouder.
Reinig of vervang vuile of versleten aanvoerrollen.
Verwijder lasspatten van de kontakttip.
Vervang kontakttip of liner. Zie handleiding van toorts
Controleer de bekabeling van de draad aanvoer motor.
Controleer toortschakelaar.
Verhoog het lasvermogen van de stroombron.
Controleer de spannings sensordraad aansluitingen, deze reinigen en vastzetten indien nodig.
Controleer gasklep en reduceerventiel.
Controleer of de spanning−sensordraden zijn aangesloten op het werkstuk.
Oplossing
OM-220 389 Pagina 33