Hoofdstuk 1: Belangrijke
informatie
Veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing: Productinstallatie
en -bediening
Deze apparatuur dient geïnstalleerd en bediend te
worden volgens de verschafte richtlijnen. Worden
deze niet in acht genomen, dan kan dat leiden
tot persoonlijk letsel, schade aan uw schip en/of
slechte productprestaties.
Waarschuwing: Potentiële
ontstekingsbron
Dit product is NIET goedgekeurd voor gebruik in
een gevaarlijke/brandbare omgeving. Installeer
dit product NIET in een gevaarlijke/brandbare
omgeving (zoals een machinekamer of in de buurt
van brandstoftanks).
Waarschuwing: Hoge spanning
Dit product staat onder hoge spanning. Voor
aanpassingen zijn speciale onderhoudsprocedures
en -gereedschappen vereist waar alleen
gekwalificeerde onderhoudstechnici beschikking
over hebben. Het systeem bevat geen onderdelen
die door de gebruiker kunnen worden gerepareerd
of aangepast. De gebruiker mag de kap niet
verwijderen of proberen het product te repareren.
Waarschuwing: Productaarding
Voordat u dit product aansluit op de voeding, moet
u zich ervan verzekeren dat het op de juiste manier
is geaard, in overeenstemming met de instructies
in deze handleiding.
Waarschuwing: Systemen met
positieve aarding
Sluit deze unit niet aan op systemen met positieve
aarding.
Waarschuwing: Uitschakelen van
de voeding
Zorg ervoor dat de voeding van het schip UIT is
geschakeld voordat u begint met het installeren
van dit product. Verbind of ontkoppel apparatuur
NIET wanneer het is ingeschakeld, tenzij anders
wordt geïnstrueerd in het document.
Waarschuwing: Sonargebruik
• Gebruik de sonar NOOIT wanneer het schip niet
in het water ligt.
• Raak de voorkant van de transducer NOOIT aan
wanneer de sonar is ingeschakeld.
• SCHAKEL de sonar UIT als er kans is op duikers
binnen een afstand van 7,6 m (25 ft) van de
transducer.
Belangrijke informatie
Waarschuwing: Transducerkabels
Verwijder de transducerkabel niet terwijl de stroom
op het product is ingeschakeld, dit kan leiden tot
vonken. Als de transducerkabel per ongeluk wordt
verwijderd terwijl het product aan staat, schakelt u
het product uit, zet u de kabel terug en zet u het
product weer aan.
Let op: Zekering energievoorzie-
ning
Zorg bij de installatie van dit product dat de
voedingsbron afdoende gezekerd is door
middel van een zekering of automatische
stroomonderbreker met het geschikte vermogen.
Let op: U mag de transducer-kabels
niet knippen
• Wanneer u de transducer-kabel knipt kan dat de
werking van de sonar ernstig schaden. Als de
kabel is geknipt, dient hij te worden vervangen
en kan niet worden gerepareerd.
• Wanneer in de transducer-kabel wordt geknipt
komt de garantie te vervallen en wordt het
Europese CE-keurmerk ongeldig.
Let op: Service en onderhoud
Dit product bevat geen onderdelen die door de
gebruiker kunnen worden onderhouden. Alle
onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dienen
door goedgekeurde Raymarine-dealers te worden
uitgevoerd. Ongeautoriseerde reparaties kunnen
gevolgen hebben voor uw garantie.
Algemene informatie
Binnendringen van water
Disclaimer voor binnendringen van water
Hoewel de waterbestendigheidsclassificatie van dit product
conform de IPX6- & IPX7-norm is, kan water indringen en de
vervolgens de apparatuur onklaar maken wanneer het product
met een hogedrukreiniger wordt schoongemaakt. Raymarine
staat niet garant voor producten die onder hoge druk worden
schoongemaakt.
EMC-installatierichtlijnen
Apparatuur en accessoires van Raymarine voldoen aan de
toepasselijke regels voor Elektromagnetische Compatibiliteit
(EMC) om elektromagnetische interferentie tussen apparatuur
en het effect daarvan op de prestaties van uw systeem te
minimaliseren.
Correcte installatie is vereist om te garanderen dat
EMC-prestaties niet nadelig worden beïnvloed.
Voor optimale EMC-prestaties adviseren wij waar mogelijk om:
• Raymarine-apparatuur en daaraan aangesloten kabels:
– ten minste 1 m (3 ft) verwijderd te houden van apparatuur
of kabels die radiosignalen verzenden of dragen, zoals
VHF-radio's, kabels en antennes. In het geval van
SSB-radio's moet u de afstand vergroten tot 2 m (7 ft).
– meer dan 2 m (7 ft) verwijderd te houden van het pad van
een radarstraal. Een radarstraal wordt normaalgesproken
tot 20 graden boven en onder het stralingselement
verspreid.
• Het product te voeden via een andere accu dan de accu die
wordt gebruikt voor het starten van de motor. Dit is van belang
voor het voorkomen van fouten en verlies van gegevens,
hetgeen kan optreden als de motor niet met een aparte accu
wordt gestart.
7