Als de versnelling niet meteen in werking treedt, laat u de koppelingshendel langzaam los
en herhaalt u het proces. Op deze manier komt de machine in beweging.
TIP
De machinist heeft de mogelijkheid om de betreffende versnellingen in twee schakelfasen te regelen
"LOW" voor langzaam en "HIGHT" voor snel. Door de extra aanpassing van de snelheid kan de
machine optimaal worden aangepast aan verschillende belastingsomstandigheden en zorgt zo voor
een hogere mate van rijstabiliteit.
9.
Draai het gaspedaal (1) aan om de snelheid dienovereenkomstig te verhogen .
10. De machine heeft stuurlift (3+5) op het stuur en kan op deze manier eenvoudig gestuurd
worden. Om naar rechts of links te rijden, bedient u eenvoudig de rechter (3) of linker (5)
stuurhendel.
Een warme motor starten
Normaal gesproken, als de motor nog warm is van de vorige bewerking, is het gebruik van de
choke-hendel niet nodig. Volg de bovenstaande instructies maar laat de punten 3 en 7 met
betrekking tot de choke weg.
8.2
Stationair
Verplaats de gashendel naar de SLOW "L" -positie om de motor te beschermen wanneer er
geen werk wordt gedaan. Terugschakelen van de motor naar stationair verlengt de levensduur
van de motor, bespaart brandstof en vermindert het geluidsniveau van de machine.
8.3
De motor stoppen
Om de motor in geval van nood te stoppen , laat u de koppelingshendel los en draait u de
Motorschakelaar/contactschakelaar (2) in de UIT-stand .
Volg onder normale omstandigheden deze stappen .
1. Zet de gashendel in de SLOW-stand .
2.
Laat de motor 1-2 minuten stationair draaien.
3. Zet de motorschakelaar/contactschakelaar op UIT.
4.
Zet de brandstofkraan op UIT (indien aanwezig).
TIP
Stel de choke-hendel niet in op CHOKE om de motor te stoppen. Risico op herontsteking of
schade aan de motor!
24
OPERATIE