8.
BEDIENING
AANDACHT!
Controleer elke moer en bout om er zeker van te zijn dat deze absoluut
strak zit voordat u de machine gebruikt. Tijdens bedrijf trilt de machine
sterk. Losgedraaide schroeven kunnen loskomen en verloren gaan, wat
tot gevaarlijke situaties leidt!
GEVAAR
Start de motor
niet binnenshuis. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, dat zeer
giftig is bij inademing!
VOORZICHTIG
TIGHEID
Pas op voor hete motoronderdelen!
Wanneer de motor draait en direct nadat de machine is uitgeschakeld, bestaat er een
risico op brandwonden op de uitlaat en andere motoronderdelen. Kinderen moeten uit
de buurt van de draaiende motor en hete componenten worden gehouden.
8.1
De motor starten
Een gedetailleerde beschrijving van de werking van de motor en alle bijbehorende voorzorgsmaatregelen
en procedures zijn te vinden in de motorhandleiding, die afzonderlijk bij de machine wordt geleverd.
Controleer of er voldoende brandstof in de brandstoftank zit.
Een koude motor starten
Wanneer u de machine start, moet deze op een vlakke ondergrond worden geparkeerd.
1.
Stel de versnellingspook (7) op de versnellingsbak in op neutraal (N).
2.
Schuif de brandstofkraan naar rechts om te openen (indien aanwezig).
3. Activeer choke. Als het koud is, schuif je de choke-hendel helemaal naar links.
4. Beweeg de gashendel (1) op het stuur naar de middelste positie.
5. Zet de motorschakelaar/contactschakelaar (2) op AAN.
6. Trek iets aan de starthendel totdat de weerstand voelbaar is. Trek dan het touw voorzichtig
en stevig uit en laat het langzaam teruglopen. Herhaal dit totdat de motor start.
7. Choke hendel geleidelijk terug naar AAN (OPEN) tijdens het opwarmen van de motor
duwen.
8.
Selecteer de gewenste versnelling en versnellingspook en trek langzaam aan de koppelingshendel.
D
OPERATIE
23