3.4.3.1
Kettingwielen aan de tandwielreductor verwisselen
Voorbeeld:
Gemonteerd kettingwielpaar: X = 22, Y = 28
Vereist kettingwielpaar: X = 14, Y = 26
1. Vleugelmoeren (Fig. 28/2) losdraaien en
kettingkast (Fig. 28/3) afnemen.
2. Vleugelmoeren (Fig. 29/2) losdraaien en zo
de kettingspanner ontspannen.
3. Ketting afnemen.
4. Lunspen verwijderen en kettingwielen (Fig.
29/1) demonteren.
5. De vereiste kettingwielen, in dit voorbeeld
kettingwielen met 14 en 26 tanden, uit de
kettingwielenset (Fig. 30/1) nemen.
6. De uitgebouwde kettingwielen aan de
kettingwielenset toevoegen en vastzetten.
7. Het kettingwiel met 14 tanden op de
ingangsas X, het kettingwiel met 26 tanden
op de uitgangsas Y schuiven en vastzetten.
8. Ketting plaatsen.
9. Ketting met behulp van de kettingspanner
spannen.
10. Kettingkast monteren.
Belangrijk!
Voer na het wijzigen van de
overbrenging altijd een afdraaiproef
uit!
Microgranulaatstrooier
BAG0009.0 04.05
Pneumatische microgranulaatstrooier
Fig. 28
Fig. 29
Fig. 30
35