Pneumatische microgranulaatstrooier
3.2.5
Grondwielaandrijving
De aandrijving van de doseerunit vindt plaats
vanaf het loopwiel (Fig. 12/1) van de enkelkorrel-
zaaimachine via 2 kettingtransmissies (Fig. 12/2)
naar de microgranulaatstrooier.
Is de overbrenging in de tandwielreductor niet
voldoende, dan kan in de bovenste
kettingtransmissie (Fig. 13/1) door het omleggen
van de ketting een andere overbrenging worden
ingesteld.
Langzame overbrenging voor normale
hoeveelheden (Fig. 14/1).
Snelle overbrenging voor grote
hoeveelheden (Fig. 14/2).
26
Fig. 12
Fig. 13
Fig. 14
Microgranulaatstrooier
BAG0009.0 04.05