I
NSTALLATIE
nl
nl-24
Werking van de master-instelling
Alleen indien meerdere toestellen zijn aangesloten op één
bedieningspaneel
alle toestellen
ingesteld als nor-
maal
ingang voor
alleen aangeslo-
externe bestu-
ten toestel rea-
ring
geert
automatische
elk toestel
temperatuurre-
wordt onafhan-
geling
kelijk geregeld
2.6.6 Bedieningspaneel bevestigen en aansluiten
1. Open het bedieningspaneel.
2. Voer de besturingskabel door een opening in de achter-
schaal.
3. Bevestig de achterschaal aan de wand.
C
-
OMFORT
LUCHTGORDIJN
één toestel inge-
steld als master
alle toestellen
volgen master
alle toestellen
geregeld door
master