I
NSTALLATIE
nl
nl-20
Meerdere toestellen met één bedieningspaneel
•
Op één bedieningspaneel kunnen maximaal 8 toestellen
aangesloten worden.
•
De toestellen worden onderling doorverbonden met Bid-
dle-besturingskabels, op de aansluitingen
•
De totale lengte van de besturingskabels mag niet meer
zijn dan 30 m (98 ft). Wanneer de afstand te groot wordt,
moet een extra bedieningspaneel worden aangesloten.
Toestellen met twee besturingsprints
Alleen bij de volgende types: DF S-250-E, M-250-E,
L-250-E
Deze toestellen hebben twee besturingsprints, die elk een deel
van het toestel besturen. De besturingsprint aan de
aansluitzijde is bij levering ingesteld als master.
U kunt één of meerdere van deze toestellen in combinatie met
andere toestellen aansluiten op één bedieningspaneel. Hierbij
geldt echter het volgende:
•
Een toestel met twee besturingsprints telt als twee toestel-
len.
•
Een toestel met twee besturingsprints is altijd het master-
toestel. De toestellen met één besturingsprint moeten
worden ingesteld als normaal toestel.
•
Indien meerdere toestellen met twee besturingsprints wor-
den aangesloten, is één van deze toestellen het master-toe-
stel. Bij alle overige toestellen moeten alle besturingsprints
worden ingesteld als normaal toestel.
•
De besturing en de externe regelcomponenten moeten
altijd worden aangesloten op het master-toestel.
C
-
OMFORT
LUCHTGORDIJN
en
.
E
G