• Verwijder luchtbellen uit holle ruimten. Draai de producten dien-
overeenkomstig. Verwijder luchtbellen onder inzetreservoirs.
Het ultrasoon werkt alleen daar waar vloeistof in contact komt
met het sonificatieproduct of het inzetreservoir.
• Leg de ernstiger verontreinigde zijde naar beneden. Plaats pro-
ducten met scharnieren (bijv. scharen, tangen) in een geopende
toestand, zodat het volledige oppervlak optimaal door de sonifi-
catievloeistof wordt bereikt.
5.10 De sonicatieobjecten verwijderen
Risico op verbranding
De sonicatievloeistof, de sonicatieobjecten, het oppervlak van het
apparaat en de accessoires kunnen zeer heet zijn.
– Raak het oppervlak van het apparaat of accessoires zoals het
deksel niet aan. Grijp niet in de sonicatievloeistof.
– Laat sonicatieobjecten afkoelen voordat u ze aanraakt.
Schakel het ultrageluid uit voordat u de sonicatieobjecten verwij-
dert.
Verwijder sonicatieobjecten niet met de hand. Verwijder bijvoor-
beeld voorzichtig de inhangmand met de sonicatieobjecten en
plaats deze op een vlakke ondergrond.
Spoel de sonicatieobjecten af met helder water.
Laat sonicatieobjecten niet te lang in de sonicatievloeistof zitten.
Dit kan de objecten beschadigen.
1686-001 nl/2022-05
WAARSCHUWING
/5
Bedrijf
27/52