5 Bedrijf
5.1
Directe en indirecte sonicatie
Objecten kunnen direct of indirect in het apparaat worden gesoni-
ceerd.
Directe sonicatie is de standaardprocedure. De te soniceren voor-
werpen worden in de oscillatietank gebracht met behulp van
geschikte accessoires, bv. een korf. Daar komen ze in direct contact
met de sonicatievloeistof.
Indirecte sonicatie wordt gebruikt in de volgende gevallen:
• Sonicatie van monstervloeistoffen,
• Gebruik van chemisch agressieve of ontvlambare vloeistoffen,
• Gebruik van gedeïoniseerd water zonder additieven,
• Verwijderen van chemisch agressieve vervuiling,
• Verwijderen van vlekken, verkleuringen en roestafzettingen met
zuurhoudende preparaten.
De te soniceren voorwerpen of vloeistoffen worden in de contact-
vloeistof geplaatst voor overdracht van het ultrageluid in de oscilla-
tietank met behulp van een inzetbeker. De contactvloeistof in de
oscillatietank moet een preparaat bevatten dat oppervlakte-actieve
stoffen bevat.
Voor geschikte accessoires voor directe en indirecte sonicatie, zie
hoofdstuk 10 Toebehoren.
5.2
Sonificatievloeistof
Als sonificatievloeistof wordt een oplossing uit water en een speci-
aal ultrasoonpreparaat gebruikt. Als water kan drinkwater of gede-
mineraliseerd water worden gebruikt.
Water zonder enige toevoeging is ongeschikt voor de sonificatie.
Het gebruik van gedemineraliseerd water zonder een ultrasoonpre-
paraat leidt tot verhoogde erosie van de triltank.
Het gebruikte ultrasoonpreparaat moet cavitatiestimulerend, biolo-
gisch afbreekbaar, gemakkelijk weg te gooien, materiaalvriendelijk
en lang houdbaar zijn. BANDELIN adviseert ultrasoonpreparaten
1686-001 nl/2022-05
/5
Bedrijf
19/52