5
Controles en handelingen voorafgaand aan de ingebruikname
• Controleer of de rem goed werkt (zie
⇒ Deel "Rem controleren", blz. 5-77).
• Controleer of de elektromagnetische rem
goed werkt.
• Controleer het niveau en de dichtheid
van de elektrolyt zoals beschreven in de
instructies van de batterij.
• De bestuurder moet gekwalificeerd zijn voor
het rijden met de machine. De bestuurder
moet goed bij de bedieningselementen
kunnen en deze kunnen bedienen (dit geldt
in het bijzonder voor de veiligheids-om-
keerschakelaar). Houd de bedieningsele-
menten altijd onbelemmerd toegankelijk.
• Controleer de toestand en werking van de
zijbeschermingen (alleen EXD-SF).
• Controleer visueel of het bestuurders-
platform in goede staat verkeert (alleen
EXD-SF).
• Visueel de toestand en werking van het
bestuurdersplatform controleren (alleen
EXD-SF):
− Ga op het bestuurdersplatform staan en
schakel de machine in
72
− Controleer met behulp van de rijschake-
laar of de machine vooruit/achteruit rijdt
− Stap van de treeplaat af en controleer of
het bestuurdersplatform automatisch naar
een ruststand gaat, iets omhoog gekanteld
− Ga naast de machine staan en controleer
of het gebied voor en achter de machine vrij
is
− Kantel de dissel zonder deze te draaien
en draai de rijschakelaar iets in de richting
van de vorken. Herhaal de procedure maar
draai de rijschakelaar in de tegengestelde
richting. Controleer in beide gevallen of de
machine blijft stilstaan. De machine mag
NIET bewegen.
− Duw het platform omhoog. Duw lichtjes
tegen het bestuurdersplatform om te
controleren of het automatisch naar een
verticale, volledig gesloten stand gaat. Let
op: beknellingsgevaar voor handen!
− Controleer met het platform in verticale
stand en de zijsteunen ingeklapt of de
machine NIET functioneert.
50028042568 [NL]
Gebruik