Middelste maaidek omlaag
draaien (kantelen)
1. Laat de zijmaaidekken langzaam neer totdat het
zwaartepunt verandert en het middelste maaidek omlaag
draait.
2. Neem plaats op de bestuurdersstoel, start de motor en
laat het middelste maaidek zover neer dat dit de grond
net niet raakt.
3. Zet de maaihoogtekettingen vast aan de achterkant van
het maaidek.
4. Draai de dempers omhoog in hun positie en zet ze vast
met de gaffelpen en de R-pen.
1
1. Spanpoelies
Schuinstand van het maaidek
afstellen
Schuinstand van het maaidek meten
De schuinstand van het maaidek is het verschil in de
maaihoogte van de voorkant van het mesvlak tot de
achterkant van het mesvlak. Toro adviseert een schuinstand
van 6 mm. Dit wil zeggen dat de achterkant van het
mesvlak 6 mm hoger is dan de voorkant.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Stel het maaidek in op de gewenste maaihoogte.
De spanning van de drijfriemen
van het maaidek afstellen
De conditie en de spanning van de drijfriemen van het
maaidek moeten na de eerste 8 bedrijfsuren worden
gecontroleerd en vervolgens om de 50 bedrijfsuren.
De riemspanning is correct als een kracht van 200 N op een
gebruikte riem (400 N op een nieuwe riem) wordt
uitgeoefend op de spanpoelie (Fig. 77) wanneer deze in de
riem wordt geschoven.
1
1
Figuur 77
3. Draai een mes zodat dit recht naar voren wijst.
4. Meet met een korte liniaal de afstand van de grond tot
de voorste rand van het mes. Draai de rand van het mes
achterwaarts en meet de afstand van de grond tot de
rand van het mes.
5. Trek de afstand aan de voorkant van de afstand aan de
achterkant om de schuinstand te berekenen.
51
1