Algemeen onderhoud van het
luchtfilter
• Controleer het luchtfilterhuis op schade die een luchtlek
kan veroorzaken. Vervang het luchtfilterhuis indien dit
beschadigd is. Controleer het gehele luchtinlaatsysteem
op lekken, beschadiging of losse slangklemmen.
• Geef het luchtfilter uitsluitend een onderhoudsbeurt als
de onderhoudsindicator dit aangeeft. Als u het
luchtfilter vervangt voordat dit nodig is, wordt alleen
maar de kans vergroot dat er vuil in de motor komt als
het filter wordt verwijderd.
• Zorg ervoor dat het deksel goed vastzit en het
luchtfilterhuis helemaal afsluit.
Onderhoud van het luchtfilter
Controleer het luchtfilterhuis op beschadigingen die een
luchtlek zouden kunnen veroorzaken. Vervang een
beschadigd luchtfilterhuis.
Geef de luchtfilters een onderhoudsbeurt wanneer de
luchtfilterindicator (Fig. 43) rood is, of om de 400 uur
(vaker in uiterst stoffige of vuile omstandigheden). Geef het
luchtfilter niet te vaak een onderhoudsbeurt.
Zorg ervoor dat het deksel goed afsluit rondom het
luchtfilterhuis.
1. Trek de vergrendeling naar buiten en draai het
luchtfilterdeksel linksom. Verwijder het deksel van het huis
(Fig. 43). Reinig de binnenkant van het luchtfilterdeksel.
2
Figuur 43
1. Luchtfilterindicator
2. Sluiting van luchtfilter
1
3
3. Luchtfilterdeksel
2. Alvorens het filter (Fig. 44) weg te halen, moet u met
schone en droge perslucht onder lage druk (276 kPa
[40 psi]) grote hoeveelheden aangekoekt vuil
verwijderen dat tussen de buitenkant van het voorfilter
en de filterbus zit. Gebruik geen perslucht onder hoge
druk, omdat hierdoor vuil via the filter in het
inlaatkanaal kan worden geblazen. Deze reiniging
voorkomt dat er rommel in de inlaat terechtkomt als het
voorfilter wordt verwijderd.
1
Figuur 44
1. Voorfilter van luchtfilter
3. Verwijder en vervang het voorfilter. Het wordt
afgeraden het gebruikte element te reinigen omdat dit
kan leiden tot beschadiging van de filtermedia.
Inspecteer het nieuwe filter op transportschade en
controleer het uiteinde van het filter, dat goed moet
aansluiten, en het filterhuis. Een beschadigd element
mag niet worden gebruikt. Plaats het nieuwe filter door
de buitenring van het element aan te drukken om dit
vast te zetten in de filterbus. Druk niet op het flexibele
midden van het filter.
Belangrijk
Probeer nooit een veiligheidsfilter te
reinigen (Fig. 45). Plaats steeds een nieuw veiligheidsfilter
als het voorfilter drie onderhoudsbeurten heeft gehad.
1
Figuur 45
1. Veiligheidsfilter
39